TENERIFE – Op zondag 27 maart 1977 stond de wereld even stil toen op de luchthaven Tenerife Noord, destijds bekend als Los Rodeos, op het Canarische Eiland Tenerife twee vliegtuigen van het type Boeing 747, een van het Amerikaanse Pan Am en een van het Nederlandse KLM, op elkaar botsten. Daarbij kwamen 583 mensen om het leven waardoor dit de grootste ramp uit de geschiedenis van de luchtvaart is geworden. Slechts 61 inzittenden, allen aan boord van het Pan Am-toestel, overleefden de ramp.
Aan boord van het KLM toestel zat de zeer ervaren gezagvoerder Veldhuyzen van Zanten die tijdens een onderzoek van Spaanse, Amerikaanse, Nederlandse en Internationale autoriteiten als een van de belangrijkste veroorzakers wordt gezien. Of dat zo is, is nog maar de vraag want de fatale botsing tussen de twee vliegtuigen vond plaats in zeer erbarmelijke omstandigheden met een dichte mist en slecht weer, een overvol vliegveld vanwege veel omleidingen, vertragingen en verkeerde of fout geïnterpreteerde communicatie tussen de verkeerstoren en het Nederlandse en Amerikaanse vliegtuig.
KLM vliegtuig
KLM-vlucht 4805, een chartervlucht vol met 234 voornamelijk Nederlandse vakantiegangers van de reisorganisatie Holland International en 14 bemanningsleden, was dezelfde ochtend vanuit Amsterdam vertrokken naar Las Palmas. Het toestel moest uitwijken naar Tenerife omdat er op de luchthaven van Gran Canaria een bomaanslag had plaatsgevonden en er gedreigd werd met nog een nieuwe aanslag. Rond 15.00 uur werd het vliegveld op Gran Canaria weer vrijgegeven omdat er geen bommen waren gevonden. Het probleem was nu dat een deel van de taxibaan op Los Rodeos (het huidige Tenerife Noord vliegveld) vol stond met toestellen die waren uitgeweken van Las Palmas naar Tenerife. Daarom moest de startbaan ook als taxibaan gebruikt worden. Het KLM-toestel stond om 16.50 uur op het punt om door te reizen naar Las Palmas. De gezagvoerder had het toestel laten voltanken, waarschijnlijk om verder oponthoud in Las Palmas voor de terugreis naar Amsterdam te voorkomen. Tijdens het tanken blokkeerde het KLM-toestel de doorgang van het Pan Am-toestel. Deze was allang klaar voor vertrek maar moest wachten tot de KLM-Boeing was vertrokken.
Pan Am vliegtuig
Op 27 maart 1977 was de Pan Am-vlucht 1736 anderhalf uur te laat uit Los Angeles vertrokken naar de Canarische Eilanden, met een tussenlanding in New York waar nog eens 103 passagiers instapten. Aan boord waren in totaal 378 Amerikaanse passagiers voor een cruise op de Middellandse Zee. Toen de Pan Am-Boeing de eindbestemming Las Palmas de Gran Canaria naderde, kreeg gezagvoerder Grubbs te horen dat de luchthaven tijdelijk was gesloten in verband met een bomaanslag. Hierdoor moest ook het Amerikaanse toestel uitwijken naar het vliegveld op Tenerife.
Fatale gebeurtenissen
Terwijl het weer steeds slechter werd en de mist steeds dikker, kreeg het KLM toestel de opdracht om naar het einde van de startbaan te taxiën en daar te wachten op verdere instructies. Het Pan Am toestel kreeg instructies om over dezelfde baan te taxiën tot aan de derde afslag C3 om daarna naar het vertrekpunt te gaan via de parallelle taxibaan. Deze afslag was echter niet geschikt voor een vliegtuig van deze omvang en dus meende de bemanning van het Amerikaanse toestel dat het om afslag C4 ging die wel geschikt was voor een Boeing 747. De hevige mist en slechte markeringen zorgden er echter voor dat de bemanning aan boord van het Pan Am toestel moeite had om de juiste afslag te vinden.
De dichte mist zorgde ervoor dat geen van de beide vliegtuigen elkaar visueel konden zien en alleen via de radar konden zien wat er gebeurde. Ook de verkeerstoren kon niet zien wat er op grond gebeurde. Terwijl de KLM vlucht zich klaarmaakte voor het opstijgen vonden er diverse verwarrende gesprekken plaats met de verkeerstoren waardoor zinnen wegvielen, niet te verstaan waren en wellicht de verkeerde conclusies getrokken werden. Terwijl de KLM bemanning zich klaarmaakte voor de start was het Pan Am vliegtuig nog aan het taxiën op de startbaan. Dit leidde uiteindelijk tot de grootste vliegramp tot op de dag van vandaag.
Botsing
Zodra de bemanning van de taxiënde Pan Am-Boeing de lichten van het aanstormende KLM-toestel zag, probeerde piloot Grubbs zijn toestel scherp naar links van de startbaan weg te draaien, maar het was te laat. Ook een poging van de Nederlandse piloot Veldhuyzen van Zanten om door snel opstijgen nog over het Pan Am-toestel heen te wippen mocht niet baten. Hij trok zo abrupt op dat de staart van zijn toestel een groef van 22 meter lengte in de startbaan maakte. De neus van het KLM-toestel miste het Pan Am-toestel, maar de motoren en het landingsgestel boorden zich in het dak van het Amerikaanse vliegtuig. Het KLM-toestel, dat net los van de grond was, raakte om 17.06:50 uur plaatselijke tijd het Pan Am-toestel in de rechterflank. Een deel van de romp van de Pan Am-Boeing werd uit elkaar gescheurd. De KLM-Boeing vloog nog 150 meter door en crashte op de baan. Beide toestellen vlogen in brand.
Slachtoffers
In het KLM-toestel kwamen alle 234 passagiers en de veertien bemanningsleden om. Van het Pan Am-toestel overleefden in eerste instantie 70 inzittenden de ramp. Negen van hen overleden later in het ziekenhuis. Zo kwamen uiteindelijk 335 van de 396 inzittenden om, onder wie negen van de zestien bemanningsleden. De Pan Am-gezagvoerder Victor Grubbs en zijn copiloot Robert Bragg waren twee van de 61 overlevenden.
Onderzoek
Hoewel de ramp op Spaans grondgebied plaatsvond gingen de Amerikanen en de Nederlanders niet akkoord met een louter Spaans onderzoek. Uiteindelijk werd de ramp zowel door Spaanse autoriteiten als door Boeing, Pan Am, KLM, de National Transportation Safety Board (NTSB) en de Raad voor de Luchtvaart onderzocht. Zowel Spaanse als Amerikaanse rapporten legden een groot deel van de schuld bij de KLM-bemanning. Het rapport van de Nederlandse Raad voor de Luchtvaart deed dit in veel mindere mate. Hierin werd de menselijke factor die bij dit ongeluk een grote rol had gespeeld, zo veel mogelijk weggemoffeld. KLM nam uiteindelijk 70 procent van de schuld op zich, Pan Am 30 procent.
Nieuw vliegveld Tenerife
Omdat het rond de luchthaven Tenerife Noord (het oude Los Rodeos) dikwijls mistig is werd in het zuiden van Tenerife een tweede luchthaven aangelegd: Reina Sofía. Deze luchthaven wordt tegenwoordig voor praktisch alle internationale vluchten gebruikt. Tenerife Noord is hoofdzakelijk nog in gebruik voor vluchten tussen de Canarische Eilanden onderling en beschikt inmiddels over een grondradar.