HUESCA – Zaterdag vond een tragisch ongeval plaats bij de Peña de Sin in de Pyreneeën. Een basejumper kwam er ten val na een sprong van 500 meter hoogte. Het is al het derde slachtoffer in de afgelopen vijf jaar in de gemeente die op die manier aan zijn einde komt.
Basejumpen staat officieel bekend als de gevaarlijkste sport ter wereld. Ondanks dat de beoefenaars elke sprong nauwkeurig voorbereiden, is het risico reëel en loopt een ongeluk bijna altijd fataal af. BASE staat voor Building, Antenna, Span en Earth (gebouw, antenne, brug en klif), de objecten waarvan het vaakst gesprongen wordt. Men valt dus niet uit een vliegtuig maar vanaf een hoog object. Dat betekent dat er geen reserveparachute is, en de springer ook tegen het object zelf kan botsen.
De Peña de Sin die zo geliefd is bij die basejumpers is een kalkhoudende rots van 300 meter hoog, die ook voor klimmers een belangrijke trekpleister vormt. De rots ligt op de weg die van het dorp Ainsa tot bij Bielsa loopt, ter hoogte van de afslag naar Plan. Bovenaan de rots is een voederplek voor gieren, en de parachutespringers wagen zich daar aan hun stunt om in een veld naast de brug van de Cinquenta of in Serveto te landen.
Het ongeluk vond deze keer rond 9 uur ’s ochtends plaats. In 2018 kwam er al eens een agent van de Guardia Civil om het leven op dezelfde plek. Die had zich al zo een 600 keer aan een gelijkaardige stunt gewaagd, tot die ene sprong hem fataal werd. Gisteren leefde het slachtoffer nog meteen nadat hij ten val kwam, maar hij bezweek jammer genoeg snel daarna aan zijn verwondingen.