SpanjeVerhaal: Van Amsterdam via Santiago de Compostela naar de Costa Dorada

SpanjeVerhaal: Van Amsterdam via Santiago de Compostela naar de Costa Dorada
beeld: Jac&Jordi
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Jacqueline en Jordi-Ramon hebben na diverse zakelijke en financiële tegenslagen in Nederland besloten alles achter zich te laten om op avontuur te gaan en tot rust te komen. Dat deden ze door de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela te lopen wat slechts het eerste avontuur bleek te zijn. Want van het een komt het ander en zo is het stel beland in de kustplaats Cunit aan de Costa Dorada in Catalonië waar ze een nieuwe uitdaging hebben gevonden. Hun avonturen plaatsen we in onze SpanjeVerhalen maar zijn ook op hun eigen website www.sabbaticouple.com te vinden. Veel leesplezier!

“Ze kunnen allemaal het dak op! Ik ben er helemaal klaar mee! Weet je wat wij gaan doen? We doen alles weg, en we gaan naar Santiago de Compostela!”. Met deze profetische woorden gaf mijn vrouw Jacqueline het startschot voor een wonderlijke reis die nu al meer dan een jaar duurt. In een paar zinnen gooide ze ons roer om, nam ze een hele wijze beslissing, wakkerde ze het wandelvirus in ons aan en effende ze een weg voor ons die ons uiteindelijk naar Cunit in Spanje zou brengen. Zoals je misschien al kunt raden gingen er een aantal zaken niet helemaal goed. 

We hadden drie horecazaken in Amsterdam. Begin 2020 raakten we verwikkeld in een strijd met de verhuurders van ons onroerend goed. Toen even later de lockdown een feit was, verhevigde die strijd. De “onroerend goed jongens” dachten dat we dat niet zouden overleven, en probeerden ons uit te roken. Dat lukte, ware het niet dat we wel de rechtszaak hebben gewonnen die uiteindelijk volgde. Maar de huurcontracten waren opgezegd, en onze zaken waar we zolang aan hadden gewerkt waren verleden tijd. 

Gelukkig hadden we onze B&B in aanbouw nog in Zuid Limburg. Tenminste, dat dachten we. Midden in de lockdown, op 21 mei vorig jaar, werd ons uit het niets meegedeeld dat de andere partij waarmee we dit project waren gestart na 2 jaar verbouwen had besloten zonder ons verder te gaan. Contractueel waren we pootje gelicht, en dus verdween ook die optie als sneeuw voor de zon. Toen wij na dit gesprek thuis kwamen en het bericht ontvingen dat onze schoonzus net een hersenbloeding had gehad en in coma in het ziekenhuis lag, was dat dus de spreekwoordelijke druppel. Er moest van richting worden veranderd!

We besloten te stoppen met de restaurants die puur waren gericht op de zakelijke markt. Die markt lag helemaal op z’n kont, en gelukkig schatten we toen goed in dat dat niet binnen afzienbare tijd zou veranderen. We zetten de hele operatie in werking om alles af te sluiten en we prikten een datum om richting zuiden af te reizen; 1 maart 2021. Op deze manier hadden we de tijd om alle zaken af te handelen (ons huis, diep onderwater, was al verkocht), en konden we bij een vriend in de pizza fabriek gaan werken om wat te verdienen. Immers, in de beginfase van de lockdown was er nauwelijks compensatie voor de ondernemers. Slechts een deel van de personeelskosten werd gedekt, en wij vingen éénmalig een bedrag van 4000 euro. Dat behoeft natuurlijk geen lange uitleg; dat dekte de lading van geen kanten. 

Maar goed, zaken dicht, huis weg, B&B weg, baantje aan de lopende band en ook nog bovenop het dak van de desbetreffende pizzafabriek onze intrek genomen. We moesten natuurlijk ergens wonen. Het idee was ooit om in de B&B te gaan wonen, maar die optie was ook vakkundig door onze neus geboord. Wel lekker weinig woon-werk verkeer op die manier!

Nu alles z’n beslag had gekregen of bezig was afgehandeld te worden, en wij opeens van zeer drukke ondernemers waren geswitcht naar productiemedewerkers in een pizza fabriek hadden we tijd om ons op ons avontuur te richten; de wandeltocht, nee sorry, de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Een pelgrimstocht zou het worden. We hadden namelijk een paar puntjes op de “i” te zetten nu we, beiden halverwege de vijftig, berooid en beroofd van ons levenswerk weer helemaal opnieuw moesten beginnen. Dat doe je niet zomaar. Daarvoor moesten er heel wat noten gekraakt worden, en heel wat zaken worden losgelaten. We besloten dat al lopende te doen. Weg en vrij van dagelijkse beslommeringen zouden we gaan proberen om los te komen van het oude. Met recht kunnen we zeggen dat we onszelf zouden laten loslopen! 

En dat is precies wat er gebeurde. Gaandeweg wandelden en wandelden we maar door, en leken alle puzzelstukjes op hun plek te vallen. Mensen om ons heen verbaasden zich over hoe relaxt én vastbesloten we waren. Iets wat voor velen een mysterie leek. Hoe konden we zo goed in ons vel zitten nadat er zoveel was gebeurd? Ons antwoord was dan altijd simpel; wandel maar een keertje naar Santiago de Compostela. Het was de perfecte manier om te beginnen, of liever gezegd door te gaan met loslaten. 

Onze tocht naar Santiago de Compostela heeft uiteindelijk twee en een halve maand geduurd en heeft ons na 1600 kilometer – we waren begonnen in Narbonne in Frankrijk- op het plein voor de kathedraal doen aankomen. Niet moe en ongehavend. Want wandelen heelt alle wonden. En met een karrevracht aan bijzondere gebeurtenissen, ontmoetingen en verhelderende inzichten waarvan de meest in het oog springende les wel is geweest; “Leef, Lach, Loop en Laat Los!”

Wat dat loslaten ons onder andere heeft gebracht is dat we, nadat we in Santiago de Compostela waren aangekomen, bijna in één streep door zijn gereisd naar Cunit aan de Costa Dorada. Wanneer je zo lang onderweg bent, en alles achter je laat, dan gebeuren er hele bijzondere dingen. Eén van die dingen was dat wij al lopende door Noord Spanje besloten dat we eigenlijk wel in Spanje wilden blijven. Het was midden in de wereldwijde lockdown, en na een maand door de Franse Pyreneeën te hebben gelopen waar nagenoeg alles gesloten was en we nauwelijks iemand tegen kwamen was Spanje een verademing. 

Zodra we ’s ochtends vroeg de grens over slopen van Hendaye naar Irun (we mochten natuurlijk Spanje helemaal niet in!) en we achter de tent van de douane langs liepen, renden we zodra we de brug over waren het eerste de beste koffietentje in! Ongekende luxe was dat voor ons! Zo lang geen horecagelegenheid van binnen gezien, en nu waren er opeens overal waar je keek, zelfs om zeven uur ’s ochtends, barretjes open zo ver als het oog reikte! Voor horecaondernemers als wij een waar paradijs! We waren zo vreselijk blij! En begrijp me niet verkeerd; de tocht door de Franse Pyreneeën was schitterend. Dat hadden we niet willen missen. Maar ja, Spanje hè! 

Kortom, na een tijdje onderweg te zijn langs de Spaanse noordkust besloten we dus dat we in Spanje wilden blijven. In Nederland waren we alles kwijt. Dat lijkt voor velen een horrorscenario, maar wij beseften ons met elke stap die ons dichter bij Santiago de Compostela bracht dat het juiste een zegen was. We hadden niets meer wat ons tegenhield. We waren ballastloos en dus extreem wendbaar. We gooiden een bericht op Facebook dat we besloten hadden in Spanje te blijven, en wanneer iemand iets voor ons wist dat we ons aanbevolen hielden. Binnen een paar dagen kregen we via-via een bericht van een Nederlands echtpaar. Ze zochten een koppel om op hun luxe villa met landgoed in Cunit te passen. We belegden een video-gesprek terwijl we in Bilbao zaten, en binnen een uur was de zaak beklonken. De villa wordt verhuurd aan groepen voor vakanties, feesten en bruiloften, en wij hoefden er alleen maar te zijn zodat het 24/7 bewoond was. Een soort anti kraak 2.0. “They had us at hello”, zeg maar.

Het Spanje-virus had ons ondertussen volledig besmet, en geen mondkapje hielp daar tegen. Ik zelf als halve Catalaan heb dat natuurlijk nooit helemaal uit kunnen bannen, maar voor mijn vrouw Jac was dat iets nieuws. Toen de kinderen nog klein waren gingen we altijd naar Spanje op vakantie, maar nu zouden we helemaal niet meer terug gaan. Met alleen een rugzak om pakten we het vliegtuig naar Barcelona. Vandaar uit met de trein naar Banyuls sur Mer waar onze bus bij vrienden van ons geparkeerd stond en de volgende ochtend naar Cunit waar we nu al vijf weken verblijven. 

Na dertig jaar zonder een woord Spaans te hebben gesproken komt het gevoel langzaam maar zeker terug. Jac is bezig te leren tellen in het Spaans en het leven lijkt hier vanzelf te gaan. Gaat het dat ook? We beseffen ons dat het gras altijd groener is bij de buren. Maar hier is het wel héél groen. De komende tijd eens zien of we hier midden in een donkerrode regio kunnen aarden!?