Net zoals in Nederland en België en de rest van de Christelijke landen viert ook Spanje Pasen ofwel Pascua. Maar net zoals vaker met feesten wordt dat in Spanje anders gedaan. Twee van de voor de Nederlanders en Belgen karakteristieke eigenschappen van Pasen, te weten de paaseieren en paashazen, zijn in Spanje niet zo traditioneel en hebben pas de laatste jaren mondjesmaat hun intrede gedaan.
In Nederland en België zijn ze overal te vinden, de gekleurde echte en chocolade paaseieren en de paashazen. Ook in Spanje zie je deze paas elementen steeds vaker tevoorschijn komen, met name in die winkels die meer buitenlands georiënteerd zijn zoals de Lidl, ALDI en Action maar ook bij de Mercadona en Carrefour. Gelukkig zijn de meeste paaseieren en paashazen van chocolade gemaakt en dat lusten de Spanjaarden uiteraard ook wel.
In Spanje eet men met Pasen liever andere lekkernijen zoals de torrijas, pestiños, hornazos, flores de Semana Santa, buñuelos, leche frita en bartolillos. In diverse regio’s zoals Catalonië en de Valencia regio viert men tweede Paasdag (die officieel niet bestaat in Spanje) met de traditionele (en dure) mona de Pascua. Dit zijn chocoladefiguren of taarten die traditioneel gezien door peetvaders aan kinderen worden gegeven.
Paaseieren (huevos de Pascua)
Het ei is het symbool van de opstanding. Bij de Joden at men eieren op de begrafenismaaltijd als symbool van wedergeboorte na de dood. Germanen aten eieren bij de offermaaltijden van Ostara, de godin van lente en vruchtbaarheid.
Eieren staan niet alleen symbool voor het nieuwe leven, maar ook voor de vier elementen: De schaal staat voor de aarde; het membraan staat voor de lucht; het eiwit staat voor het water; het eigeel staat voor het vuur.
Het gebruik van paaseieren is ontstaan in de middeleeuwen doordat in de vastentijd een kerkelijk verbod was ingesteld voor het eten van eieren en vlees. In deze periode echter legden de kippen bijzonder veel eieren.
De eieren werden gekookt om langer goed te blijven, versierd, en op Paaszondag veelvuldig gegeten of cadeau gedaan. In Christelijke landen werden de eieren beschilderd in de kleuren van het altaar, waarna men ze de kerk inbracht om te laten wijden en te offeren.
Het verstoppen van eieren stamt waarschijnlijk af van de boeren. Vroeger was het bij de boeren normaal om met Pasen eieren in de akkers te begraven om vruchtbaarheid over hun akkers af te dwingen. Dit is waarschijnlijk de voorloper van het verstoppen van de eieren. De normale eieren zijn echter vaak vervangen door chocolade-eieren.
Het verstoppen van eieren doen de Spanjaarden niet zo snel en gebeurt eigenlijk nergens in het land. Het gezellig met de hele familie verven van eieren doet men ook niet zo snel.
De verschillende zoete lekkernijen zoals de Mona de Pascua in diverse regio’s zoals Catalonië en regio Valencia hebben bovenop de taart echter wel een of twee eieren liggen. Het is ook hier dat er chocoladefiguren gegeten worden die echter niet altijd de vorm van een paashaas of paasei hebben.
Paashaas (Conejo de Pascua)
Waar de paashaas vandaan komt, is tot op de dag van vandaag nog niet helemaal duidelijk, maar uiteraard zijn er verschillende theorieën. Een van die theorieën zegt dat bij de afbeelding van de God van vruchtbaarheid Ostara een haas staat afgebeeld met een ei aan haar voeten.
Eigenlijk zou dat een kip zijn die haar eieren verstopte en omgetoverd werd tot een haas die dan om deze te pesten haar eigen eieren mocht gaan zoeken. Een ander verhaal zegt dat de paashaas eigenlijk een vogel was die eenmaal per jaar haar eieren legt en deze goed moest verstoppen.
De paashaas is waarschijnlijk ergens in de 18e eeuw door de Duitsers naar Nederland en België gebracht, waarna het een symbool voor Pasen werd. In Spanje is de paashaas echter nog niet zo’n traditie en ook al zie je tegenwoordig overal, bij veel mensen thuis zul je niet zo snel een paashaas op tafel zien staan.