MADRID – In Spanje zijn de hoogtes van de pensioenen onder andere gelinkt aan de gemiddelde consumentenprijsindex over een jaar gezien. Met een hogere ‘índice de precios al consumidor’ (IPC) wordt het leven uiteraard duurder in Spanje maar de pensioenen gaan ook omhoog, helaas niet helemaal met dezelfde aantallen. Voor 2023 wordt verwacht dat de pensioenen met 8% of 8,5% omhoog zullen gaan.
De consumentenprijsindex is in juli in Spanje gestegen naar 10,8%, het hoogste sinds september 1984. Deze stijging is meteen te merken in de portemonnee en de gepensioneerden zijn vaak de eerste die meer uitgeven en minder ontvangen. Het gemiddelde ouderdomspensioen (pensión de jubilación) in Spanje is in juli gestegen naar 1.255 euro. Gekeken echter naar de verschillende pensioenen die er zijn (ouderdomspensioen = jubilación, nabestaandenpensioen = viudedad en orfandad, arbeidsongeschiktheidspensioen = incapacidad permanente) is het gemiddelde maandbedrag 1.090,40 euro, een stijging van 5,6% ten opzichte van dezelfde maand het jaar daarvoor.
Spanje kent een systeem waarbij de pensioenen elk jaar omhoog gaan waarbij gekeken wordt naar de gemiddelde consumentenprijsindex over een jaar, dus niet wat de IPC op een bepaald moment is maar wat het gemiddelde is van 12 maanden. Dat zorgt er dus automatisch voor dat de levenskosten omhoog gaan terwijl de pensioenen minder snel omhoog gaan.
Met de cijfers die het Ministerie van Belastingzaken hanteert verwacht men dat de consumentenprijsindex in Spanje gemiddeld 8% of 8,5% zal zijn in 2022, al kan er nog van alles gebeuren gedurende de komende maanden. Maar bekend is dat de pensioen vanwege de hoge inflatie ook hoger zullen zijn in 2023. De Spaanse premier heeft bevestigd dat de pensioen zoals gebruikelijk met de inflatie omhoog gaan.
Mocht de stijging 8% zijn dan zal het gemiddelde pensioen in Spanje stijgen van 1.090,43 euro (juli) naar 1.177,63 euro. Het gemiddelde ouderdomspensioen zal stijgen van 1.254,95 euro (juli) naar 1.355 euro. Het gemiddelde nabestaandenpensioen zal stijgen van 779,07 euro (juli) naar 841,39 euro.