Spanje is Europa’s op twee na grootste pompoenen producent

Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – Volgens de recente gegevens van Eurostat is Spanje de op twee na grootste pompoenenkwekerij van de Europese Unie. Pompoenen of “calabazas” worden niet alleen om te eten gebruikt maar ook om de spookachtige lantaarns te maken met Halloween. In 2021 was ongeveer 31.000 hectare in de Europese Unie (EU) gewijd aan de teelt van pompoenen. Het EU-land dat in 2021 de meeste “calabasas” kweekte was Polen met 289.600 ton gevolgd door Frankrijk met 221.980 ton en Spanje met 151.620 ton.

Spanje was enkele jaren geleden (om precies te zijn in 2018) nog het EU-land waar de meeste pompoenen binnen de Europese Unie vandaan kwamen maar inmiddels is Polen en Frankrijk zijn inmiddels grotere producenten geworden. Eurostat brengt deze gegevens naar buiten op de dag dat het Halloween is. Op de vierde plaats binnen de EU staat Portugal met 126.590 ton gevolgd door Duitsland met 99.080 ton en Oostenrijk met 20.680 ton. Nederland produceerde in 2021 nog 19.010 ton pompoenen wat goed is voor een zevende plaats op de lijst van EU-landen terwijl België met 13.800 ton op een elfde plaats staat.

Spanje exporteert veel van de in het land geproduceerde pompoenen naar o.a. Nederland met bijna 56.500 ton en België en Luxemburg met bijna 16.000 ton. De meeste Spaanse pompoenen worden geëxporteerd naar landen buiten de EU gevolgd door Frankrijk met 97.000 ton, het Verenigd Koninkrijk met 87.000 ton en ook Duitsland met 53.000 ton.