Donderdag 30 oktober 2025 was een beladen dag in Madrid. Premier Pedro Sánchez moest verschijnen voor de onderzoekscommissie in de Spaanse Senaat in verband met de ‘Caso Koldo’, een corruptiezaak die al maanden het politieke debat beheerst. De zitting liep uit op een verhitte woordenstrijd waarin Sánchez fel van zich afbeet en de commissie een “circus” noemde.
De zaak draait om vermeende fraude en omkoping tijdens de coronaperiode, waarbij volgens justitie voormalige PSOE-functionarissen zouden hebben geprofiteerd van overheidscontracten voor mondmaskers. De naam “Koldo” verwijst naar Koldo García, oud-adviseur van ex-minister José Luis Ábalos. De commissie onderzoekt of er een directe link bestaat met de huidige regering of zelfs met de premier zelf.
Sánchez, zichtbaar geërgerd door de toon van de oppositie, opende zijn verklaring met de woorden: “Ik kom hier uit respect voor de instellingen, maar niet om mee te spelen in dit theater.” Later herhaalde hij nogmaals dat het onderzoek volgens hem “een instrument van laster” is. “Wat hier gebeurt, is geen zoektocht naar de waarheid, maar een poging om politieke schade toe te brengen. Dit is een circus,” zei hij nadrukkelijk.
De premier ontkende elke persoonlijke betrokkenheid bij onregelmatigheden en wees erop dat er geen enkel bewijs is dat hij of zijn directe omgeving iets onwettigs heeft gedaan. Hij ging ook in op de geruchten over zijn vrouw, Begoña Gómez, die volgens oppositiepartijen voordeel zou hebben gehad bij de redding van luchtvaartmaatschappij Air Europa. “Mijn vrouw had daar niets mee te maken. De onderzoeken van de Guardia Civil tonen dat duidelijk aan,” benadrukte Sánchez.
De PSOE verdedigde de premier met vuur. Volgens de partij is de commissie “verworden tot een politiek toneelstuk dat door de PP wordt geregisseerd”. Woordvoerders spraken van een “comisión de difamación” en wezen erop dat de Partido Popular (PP) de datum van de hoorzitting bewust had gekozen om “de publieke aandacht af te leiden” van andere kwesties. Dat de zitting precies samenviel met de herdenking van de slachtoffers van de DANA-overstroming, noemde de PSOE “respectloos”.
Partijgenoten prezen de “kalmte en waardigheid” waarmee Sánchez zich verdedigde en wezen erop dat zijn verklaringen consistent zijn met de interne boekhouding van de partij. Volgens de socialisten zijn alle betalingen en vergoedingen correct verantwoord en is er “geen cent verdwenen”.
Voor de oppositiepartij PP was de verschijning van Sánchez juist een overwinning. Senatoren verklaarden dat “de tijd van zwijgen voor Sánchez voorbij is”. Volgens hen probeert de premier alles weg te lachen of te minimaliseren, terwijl er wel degelijk vragen onbeantwoord blijven over de financiële circuits binnen de PSOE.
“Als Sánchez niets te verbergen heeft, waarom noemde hij de commissie dan een circus?” vroeg een PP-woordvoerder spottend. De partij benadrukte dat het parlementaire onderzoek een legitiem instrument is van democratische controle en dat de premier zich “niet boven de wet” mag plaatsen.
Wat de hoorzitting extra betekenisvol maakt, is dat het slechts de tweede keer in de Spaanse democratische geschiedenis is dat een zittend premier moet verschijnen voor een Senaatscommissie. De eerste keer was in 2004, toen José Luis Rodríguez Zapatero vragen kreeg over de nasleep van de aanslagen van 11-M.
Voor veel Spanjaarden is het spektakel in de Senaat een illustratie van de huidige politieke polarisatie in het land. Terwijl PSOE-aanhangers spreken van een “heksenjacht”, zien PP-kiezers de verschijning van Sánchez als bewijs dat de premier niet langer boven kritiek staat.
Na afloop zei Sánchez zich “tevreden en opgelucht” te voelen. Hij verklaarde dat hij alles heeft uitgelegd wat nodig was en dat hij “met opgeheven hoofd” verder zal gaan met regeren. De PP-fractie kondigde echter aan dat het onderzoek niet stopt en dat er mogelijk nog getuigen zullen worden opgeroepen, waaronder voormalige partijfunctionarissen en adviseurs van de premier.
Of de commissie daadwerkelijk tot harde conclusies zal komen, is nog onduidelijk. Voorlopig lijkt de politieke schade beperkt, maar de affaire voedt opnieuw het beeld van een regering die voortdurend in de verdediging moet.
Zoals een commentator van El País het samenvatte: “Sánchez heeft deze dag overleefd, maar het vertrouwen van de oppositie herwinnen zal veel moeilijker zijn.”
