MADRID – Eerder deze week schreven we al over het nieuws wat de Duitse pers naar buiten had gebracht over een 80% deelname aan de Europese enquête over de zomertijdregeling. Nu heeft de Europese Commissie de officiële voorlopige cijfers bekend gemaakt waaruit blijkt dat 84% van de Europeanen geen zomer- en wintertijd meer wil. Voor de EC is dat genoeg reden om het voorstel voor afschaffing van de zomertijdregeling naar het Europees Parlement te brengen.
Zoals voorzitter Jean-Claude Juncker aangeeft gaat het om een raadgevende enquête maar volgens hem is het overduidelijk dat er miljoenen europeanen zijn die geen zomer- en wintertijd meer willen hebben in de toekomst. De uiteindelijke beslissing wordt echter genomen door het Europees Parlement en uiteindelijk de EU-lidstaten die moeten beslissen over de afschaffing van de zomertijdregeling.
In totaal hebben 4,6 miljoen inwoners uit 28 EU-lidstaten meegedaan met de Europese zomertijd-enquête die tussen 4 juli en 16 augustus online in te vullen was. Volgens de Europese Commissie was het de hoogste deelname ooit aan een Europese enquête waarbij 84% van de deelnemers aangeeft dat het beter is om de zomertijdregeling af te schaffen.
Percentages
De grootste deelname aan deze enquête kwam uit Duitsland waar meer dan 3 miljoen mensen de online enquête in hebben gevuld en waar 84% van de deelnemers koos voor afschaffing en 16% voor behoud van de zomertijdregeling.
Het is niet helemaal duidelijk op te maken uit het rapport wat door de Europese Commissie werd vrijgegeven (PDF) hoeveel Spanjaarden hebben meegedaan met de enquête maar het is wel bekend dat 93% van de deelnemers voor afschaffing is en slechts 7% vindt dat de zomertijdregeling door moet gaan.
In Nederland is 79% voor afschaffing en 21% voor behoud van de huidige zomertijdregeling terwijl die percentages in België 84% voor afschaffing en 16% voor behoud zijn.
Deelname
Als we zelf een snelle (wellicht niet accurate) berekening maken aan de hand van de deelname percentages kunnen we concluderen dat er in Duitsland een deelname was van 3,79% (van 82.670.000 inwoners) wat neerkomt op 3.133.193 deelnemende Duitsers.
Als tweede grote deelname staat Oostenrijk op de lijst met een percentage van 2,94% (van 8.747.000 inwoners) wat neerkomt op 257.161 deelnemende Oostenrijkers.
Spanje staat als 22e op de lijst van deelnemende landen met een percentage van 0,19% (van de 46.659.302 inwoners) wat neerkomt op slechts 88.652 deelnemende Spanjaarden.
Nederland staat op de 24e plaats wat betreft deelname met een percentage van 0,16% (van de 17.254.183 inwoners) wat neerkomt op slechts 27.606 deelnemende Nederlanders.
België staat hoger dan Spanje en Nederland op de lijst wat betreft deelname op plaats 11 met een percentage van 0,55% (van de 11.358.357 inwoners) wat neerkomt op 62.470 deelnemende Belgen.
We hebben het hier dan over het percentage van deelnemers per land waarbij dit percentage in bv. Frankrijk slechts 0,59% was maar wat toch goed is voor ongeveer 394.710 Fransen (van de ruim 66,9 miljoen inwoners).