Op 1 november, de dag na Halloween, viert bijna heel Spanje de ‘Día de todos los Santos’, Allerheiligen, een traditionele dag waarop men de overleden personen eert, hetzij bekenden, familieleden of andere dierbaren. Op deze dag is het heel normaal dat hele families naar de kerkhoven gaan om daar bloemen neer te leggen op de graven van de overleden familieleden.
Het is dan ook een drukke bedoening op de Spaanse kerkhoven met de verkoop van honderden bloemen en mensen die voor een vergoeding de graven schoonmaken, meestal de dagen vooraf dat de familie naar het graf komt kijken. De dag ná de ‘Día de todos los Santos’, 2 november dus, wordt in Spanje en de rest van de katholieke wereld de Allerzielen gevierd, in het Spaans de ‘Día de Muertos of Día de Difuntos’.
Alle heiligen
Op 1 november worden volgens de katholieke kerk niet alleen alle bekende heiligen vereerd, maar ook de onbekende. Volgens het katholieke geloof zijn er drie bestaansvormen: het leven op aarde, de gestorvenen die nog niet naar de hemel zijn gegaan en tenslotte alle gestorvenen die wèl naar de hemel zijn gegaan. Deze laatsten worden beschouwd als heilig en zij worden allemaal herdacht op de dag van Allerheiligen, de ‘Día de todos los Santos’.
Begraafplaatsen
In de dagen voorafgaand aan 1 november zorgt heel Spanje ervoor dat de graven van de familieleden en naasten schoon worden gemaakt, worden aangeveegd en dat alle oude bloemen worden weggehaald. Bloemenwinkels verdienen in de weken voorafgaand aan Allerheiligen meer dan in de rest van het jaar samen.
Weken van tevoren worden de prachtigste bossen bloemen besteld. In de kleine dorpjes op het platteland is het vaak ook een prestigekwestie; hoe mooier en overdadiger het graf wordt “aangekleed” des te groter het aanzien.
Lekkernijen
En zoals bij elke Spaanse feestdag horen ook bij de ‘Dia de Todos los Santos’ weer typische lekkernijen. Per regio verschillen ze, maar de bekendste zijn zeker wel Huesos de Santo en Buñuelos de Viento. Deze lekkernijen moet je echt eens geprobeerd hebben.