MADRID – Spanje is een wijnland en er zijn duizenden druivenvelden te vinden maar blijkbaar is er niet genoeg werk. Daarom vertrekken elk jaar rond half augustus duizenden inwoners van Spanje naar Frankrijk om daar als seizoensarbeider druiven te plukken. Dit jaar gaat het om circa 14.500 Spaanse druivenplukkers.
Van het totaal aantal Spaanse seizoen-druivenplukkers komt ongeveer 75 procent uit Andalusië. In aantallen gaat het om 10.900 druivenplukkers uit Andalusië, 1.000 uit de Valencia regio, 650 uit de Murcia regio, 450 uit Castilla-La Mancha en de rest uit andere autonome regio’s, aldus de Spaanse vakbonden.
Vergeleken met de cijfers van vorig jaar (2020) toen er 14.000 ‘temporeros españoles’ naar de ‘vendimia francesa’ in Frankrijk vertrokken, is met name het aantal druivenplukkers uit Andalusië gegroeid. De stijging van dit aantal heeft te maken met de goede druivenoogst in Frankrijk. 58 procent van de Spaanse druivenplukkers is man en 42 procent is vrouw.
Normaal gesproken vertrekken de Spaanse seizoenswerkers half augustus naar Frankrijk waar ze in touringcars georganiseerd naartoe reizen. Het druiven plukken zelf duurt tussen de 20 en 25 dagen waarna de druivenplukkers weer terugkeren naar Spanje. Maar er zijn ook druivenplukkers die langer blijven omdat ze naar verschillende druivenvelden of gebieden trekken om daar tussen de 40 en 50 dagen te werken. Er zijn ook tientallen seizoensarbeiders die tot zes maanden in Frankrijk blijven.
Gemiddeld werkt een Spaanse druivenplukker 35 uur per week en is het uurloon 10,50 euro wat dit jaar 1 procent hoger is dan 2020. Maar naast het hogere uurloon en minder lange werkweken, zijn er veel extra’s zoals het opbouwen van pensioen en hulp voor ouders met kinderen onder de 20 jaar. Dat zijn arbeidsvoorwaarden die in Spanje niet gelden, anders bleven de druivenplukkers wel in Spanje zelf, aldus de Spaanse vakbonden.