Aan het eind van oktober liggen de verse mandarijnen en clementines weer in de supermarkten en groentewinkels. Het is heel normaal om in de war te zijn over deze fruitsoorten, omdat ze veel op elkaar lijken en ook vergelijkbare smaken hebben. Er is echter een belangrijk verschil tussen de twee die het waard is om te leren kennen, want alle clementines zijn mandarijnen, maar niet alle mandarijnen zijn clementines.
Wanneer we praten over het verschil tussen mandarijnen en clementines, is het essentieel om niet alleen naar hoe ze eruitzien te kijken, maar ook naar de fijne nuances die hen uniek maken. Beide vruchten komen uit dezelfde citrusfamilie, maar hun smaken, texturen en zelfs de manieren waarop je ze consumeert, kunnen verschillen.
Mandarijnen zijn meestal iets groter dan clementines en hebben een relatief dikke, rimpelige huid. Deze schil kan soms wat moeilijker te verwijderen zijn. Clementines daarentegen zijn kleiner en hebben een gladdere, dunne schil die gemakkelijk af te trekken is.
Wat betreft de smaak hebben mandarijnen een aangename alevi-tint, die hen een meer complexe smaak geeft met een vleugje zuurheid. Clementines zijn echter over het algemeen zoeter en minder zuur, waardoor ze een populairder alternatief zijn voor wie de voorkeur geeft aan een puur zoete smaak.
Een van de grootste verschillen tussen deze twee vruchten is de aanwezigheid van zaden. Mandarijnen bevatten vaak zaden, wat ze minder praktisch maakt voor directe consumptie. Clementines daarentegen zijn bijna altijd zaadloos, wat ze een perfecte keuze maakt voor snacks, vooral voor kinderen.
De meeste mandarijnen en clementines in Spanje komen uit de regio Valencia, die bekend staat om zijn vruchtbare grond en gunstige klimaat voor citrusvruchten. Binnen deze regio zijn er verschillende provincies, zoals Valencia zelf, Castellón en Alicante, die belangrijk zijn voor de teelt van deze vruchten.
Valencia is vooral beroemd om zijn sinaasappels, maar ook mandarijnen en clementines worden hier in grote hoeveelheden geteeld. De variëteiten zoals ‘Clementine de Nules’ zijn populaire keuzes dankzij hun zoete smaak en gemakkelijke schil.
Daarnaast zijn er ook andere gebieden in Spanje, zoals Murcia en Andalusië, waar mandarijnen en clementines worden verbouwd. Deze regio’s hebben vergelijkbare klimatologische omstandigheden die ideaal zijn voor de groei van citrusvruchten.
Over het algemeen speelt Spanje een belangrijke rol in de Europese citrusmarkt en exporteert veel mandarijnen en clementines naar andere landen, vooral tijdens het oogstseizoen dat meestal loopt van eind oktober tot april.