In 2024 hebben meer dan 220.000 migranten de Spaanse nationaliteit gekregen, een opvallend hoog aantal. Volgens het Spaanse Statistiekbureau (INE) is dit het derde hoogste cijfer in vijftien jaar tijd. Ten opzichte van 2023 is het aantal naturalisaties met ruim 10 procent toegenomen.
Van de 220.000 mensen die in 2024 de Spaanse nationaliteit kregen, was iets meer dan de helft vrouw. De gemiddelde leeftijd was ongeveer 39 jaar. De meeste nieuwe Spanjaarden kwamen uit Latijns-Amerikaanse landen. Toch waren Marokkanen de grootste groep: ruim 55.000 mensen uit Marokko werden Spanjaard, dat is een kwart van het totaal.
Andere nationaliteiten die veel voorkwamen onder de nieuwe burgers waren Colombia (ruim 30.000), Honduras (meer dan 19.000), Venezuela (bijna 18.000) en Ecuador (ongeveer 13.000). Vooral inwoners van de autonome regio’s Catalonië, Madrid en de Valencia regio vroegen succesvol het Spaanse staatsburgerschap aan.
Bijna 84 procent van de mensen die in 2024 het staatsburgerschap kregen, woonde al minstens twee jaar legaal in Spanje. De meeste aanvragen werden gedaan via de gewone naturalisatieprocedure. In andere gevallen werd de nationaliteit toegekend vanwege een speciale relatie met Spanje, zoals voor mensen uit voormalige Spaanse koloniën.
De toename van het aantal genaturaliseerde migranten hangt samen met het groeiende aantal immigranten dat de afgelopen jaren in Spanje is gevestigd en daar langdurig verblijft. Ook de versnelde afhandeling van aanvragen door de Spaanse overheid heeft bijgedragen aan dit hoge aantal.
