De Spaanse regering heeft opnieuw laten weten dat er nog steeds geen akkoord is met de Verenigde Staten over het opruimen van radioactieve grond in Palomares, in de provincie Almería. De grond raakte in 1966 besmet met plutonium, toen er vier Amerikaanse waterstofbommen per ongeluk neerstortten. Ondanks jarenlange gesprekken weigert de VS nog altijd om het gebied schoon te maken.
In 2015 spraken Spanje en de VS af samen te werken aan het opruimen van het besmette gebied. Maar sindsdien is er weinig gebeurd. Spanje wil dat de VS het radioactieve afval meeneemt naar hun eigen land. Daar is tot nu toe geen echte afspraak over gemaakt.
Er ligt nog altijd zo’n 40.000 kubieke meter besmette grond verspreid over vier plekken in Palomares. Bewoners en milieuactivisten maken zich al jaren zorgen over de gezondheid en de natuur. Volgens het Spaanse onderzoeksinstituut CIEMAT is er nog steeds veel straling aanwezig.
Minister van Buitenlandse Zaken José Manuel Albares zei onlangs in de Senaat dat Spanje zijn afspraken is nagekomen. Hij vindt dat de VS nu aan zet is. Maar hij gaf ook toe dat Amerika zich opnieuw heeft teruggetrokken uit de gesprekken.
Lokale politici en milieuorganisaties uit Almería zijn boos. Ze willen dat de afspraken uit 2015 worden nageleefd en dat de grond eindelijk wordt schoongemaakt. Ook oppositiepartijen verwijten de regering dat ze te weinig druk op de VS uitoefent.
Deze situatie duurt al bijna 60 jaar. Een echte oplossing is er nog steeds niet. De mensen in Palomares leven nog altijd met de gevolgen van een ongeluk waarvoor niemand volledig de verantwoordelijkheid wil nemen.