De nationale parken en bossen in Spanje bevinden zich in een zorgwekkende staat. Een recent rapport toont aan dat de biodiversiteit in veel van deze beschermde gebieden achteruitgaat door menselijke activiteiten en klimaatverandering. Verslechterde waterbronnen, verminderde flora en fauna en slechte beheerstrategieën worden als belangrijke oorzaken genoemd.
De 16 nationale parken in Spanje zijn bijzondere, zeldzame en zeker unieke ruimtes met als hoofddoel hun natuurlijke waarden te beschermen. Helaas zijn de bossen in deze gebieden nu in een slechtere staat dan ooit, volgens recente onderzoeken van het ministerie van Ecologische Transitie.
In de nationale parken zijn pijnbomen te vinden, evenals kurkbomen (die veel bladeren verliezen), eiken (die zich herstellen), beuken, aardbeibomen (in slechte staat) en beuken (met positieve gezondheidsindicatoren).
In 2023 bereikte het gemiddelde verlies van bladeren van bomen in nationale parken 27%. Dit is de hoogste waarde van 1992 tot nu en ligt boven de eerdere piek van 26% in het seizoen 2016-2017. In feite valt slechts 68% van het bomenbestand onder de categorie gezond. Dus het percentage beschadigde bomen in 2023 was het op een na hoogste dat gemeten is in de Spaanse nationale parken.
Veel parken, zoals Doñana (Huelva) en Sierra Nevada (Granada), Teide (Tenerife) en Caldera de Taburiente (La Palma) hebben te kampen met droogte, ontbossing en vervuiling. Dit heeft een negatieve impact op kwetsbare diersoorten en ecosystemen. Activisten en wetenschappers roepen op tot strengere beschermingsmaatregelen en betere monitoring van deze natuurgebieden.
De situatie benadrukt de noodzaak van een duurzame aanpak om de natuurlijke rijkdommen van Spanje te behouden voor toekomstige generaties.