Spanjaarden hebben nog 1,6 miljard euro aan Peseta’s in huis

Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

MADRID – 20 jaar geleden werd de euro als muntsoort in Maastricht geboren en 17 jaar geleden op 1 januari 2002 werd de euro als betaalmiddel gelanceerd waarbij de oude Spaanse muntsoort de Peseta kwam te vervallen. De Peseta kan niet meer als betaalmiddel gebruikt worden maar veel Spanjaarden hebben volgens de Bank van Spanje nog steeds Peseta’s in huis.

De Banco de España zegt dat de Spanjaarden nog voor een bedrag van 1,6 miljard euro aan Peseta’s munten en biljetten thuis hebben liggen. De meer dan 1,6 miljard euro staat gelijk aan 270,4 miljard Peseta’s. De bezitters van deze oude Peseta’s hebben nog twee jaar de tijd tot 31 december 2020 om deze in te leveren en om te wisselen voor Euro’s.

17 jaar na de lancering van de Euro als betaalmiddel in 12 EU-landen waaronder dus ook Spanje zijn er volgens de Bank van Spanje nog steeds 137,2 miljard Peseta’s (827 miljoen euro) aan biljetten in omloop en 132,6 miljard Peseta’s (799 miljoen euro) aan muntgeld.

Sinds november 2017, gedurende heel 2018 en tot nu toe in 2019 hebben de Spanjaarden 1,3 miljard Peseta’s in biljetten en munten bij de Spaanse Bank ingeleverd. De Peseta’s bezitters hebben nog tot 31 december 2020 de tijd om het oude geld om te wisselen voor de Euro waarna dit niet meer mogelijk zal zijn.

De Spaanse Bank zegt echter dat zo’n 45% van de oude Spaanse muntsoort nooit meer ingeleverd zal worden omdat deze in handen is van verzamelaars en door veel mensen voor de nostalgie worden bewaard.

LEESTIP: Deze Spaanse peseta’s kunnen duizenden euro’s waard zijn

Peseta

De euro verving in in 2002 in Spanje (en Andorra) de nationale muntsoort Peseta die in 1869 werd ingevoerd. Het woord peseta stamt af van het Catalaanse pesseta en betekent ‘deeltje’ of ‘stukje’.

De peseta had munten van de volgende waardes: 1, 5, 10, 25 (met en zonder gat in het midden), 50, 100, 200, 500 en 200. De 5, 25, 50, 100 en 500 peseta munten werden het frequentst gebruikt.

Daarnaast waren er 1.000, 2.000, 5.000 en 10.000 biljetten. Deze hadden na de invoering de waarden in euro’s van respectievelijk 6,01 €, 12,02 €, 30,05 € en 60,10 €.

Het was voor de Spanjaarden en lastige omschakeling omdat men van duizenden en tienduizenden peseta’s om moest schakelen naar de wat cijfers betreft minder euro’s.

Weliswaar kon men tot 27 januari 2002 nog gebruik maken van de peseta’s waarna de euro als enige betaalmiddel werd gezien in de landen van de eurogroep, de bedragen bleven nog lange tijd in winkels, supermarkten en op de prijskaartjes van auto’s en woningen naast de euro’s ook in peseta’s staan (zelf nu 17 jaar later nog steeds).

LEESTIP: Als je een van deze 2-euro munten hebt kun je tot wel 1.800 euro verdienen