Elk jaar op 1 november viert men de Internationale Dag van het Veganisme. Ook in Spanje, traditioneel een land van vleeseters, groeit de groep die dierlijke producten links laat liggen. De Krant El Diario wijdt een stuk aan het fenomeen.
Elk jaar op 1 november vieren veganisten hun keuze. Een keuze die veel verder gaat dan het eten dat op hun bord ligt. Veganisten laten bewust alles wat van dierlijke oorsprong is (vlees, kaas, melk maar ook bijvoorbeeld leer) weg uit hun dieet.
Voor veel veganisten is geen enkel dierlijk leven minderwaardig aan dat van de mens. Ze gaan op zoek naar een levensvorm die zo weinig mogelijk schade en leed berokkent aan andere dieren. Men wil een einde maken aan de exploitatie van dieren, die nog veel te vaak in erbarmelijke omstandigheden leven om uiteindelijk op ons bord te belanden.
ProVeg zocht speciaal voor de internationale dag van het veganisme uit hoeveel veganisten er in Spanje zijn. Naar schatting gaat het om zo’n 276.000 personen. Het merendeel daarvan is tussen de 25 en 34 jaar (39%) of tussen de 35 en 44 (30%). Bovendien is van alle groepen maar liefst 83% vrouwelijk. 27% van de veganisten woont in Madrid en Barcelona. Toch woont er ook 27% in kleine dorpen. Verrassend veel, aangezien slechts 16% van de Spaanse bevolking in die dorpen woont. Het veganisme is dus niet enkel een stedelijk fenomeen.
98% van de veganisten maakt de keuze omwille van de dieren. Bijna 80% geeft ook de leefomgeving aan als reden, 39% de eigen gezondheid en 38% de dierlijke en sociale rechtvaardigheid.