Het fenomeen van “pluriempleo”, waarbij Spanjaarden één of meer bijbanen aanhouden naast hun hoofdbaan, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Uit cijfers blijkt dat deze trend vooral onder vrouwen prominent is. Maar hoeveel mensen hebben en bijbaan en wat zijn de redenen daarvoor?
Het Spaanse “pluriempleo”, of het hebben van meerdere banen, is een trend die de afgelopen jaren flink is gegroeid. In 2022 hadden volgens de Enquête Beroepsbevolking (EPA) maar liefst 585.800 Spanjaarden één of meer bijbanen naast hun hoofdbaan. Dit is een stijging van 43% in de afgelopen 10 jaar.
De toename van pluriempleo laat zien dat veel Spanjaarden de noodzaak voelen om extra inkomsten te genereren. De economische omstandigheden, zoals inflatie en de stijgende kosten van levensonderhoud, dwingen hen ertoe een of meer additionele banen te zoeken. Vooral deeltijdwerkers, waaronder relatief veel vrouwen, grijpen naar deze oplossing om hun financiële situatie te verbeteren.
Een opvallend aspect is dat de grootste groei in bijbanen plaatsvond tijdens de pandemie. Tussen 2019 en 2022 steeg het aantal Spanjaarden met een bijbaan met 30%. Deze periode werd gekenmerkt door economische onzekerheid, werkgelegenheidsverlies en financiële druk, waardoor veel mensen gedwongen waren hun inkomsten aan te vullen.
De meerderheid van de “pluriempleados” werkt in de dienstensector, zowel in hun hoofd- als bijbaan. Daarnaast valt op dat 486.600 personen hun hoofdactiviteit als werknemer uitoefenen, terwijl 99.500 zelfstandig zijn. Voor de bijbaan geldt dat 402.700 mensen deze als werknemer hebben en 178.700 als zelfstandige.
Een belangrijke factor is ook de toename van flexibele contractvormen, zoals het zogenaamde “fijo discontinuo” (vast met onderbreking). Deze regeling leidt ertoe dat werknemers in periodes van inactiviteit soms een andere baan zoeken om de tijd te overbruggen.
Hoewel het pluriempleo overall slechts 2,7% van de totale werkgelegenheid in Spanje uitmaakt, zijn er opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen. Onder vrouwen komt het fenomeen vaker voor, want 3% van de werkende vrouwen heeft een bijbaan, tegenover 2,4% van de mannen.