In 2025 is het precies 600 jaar geleden dat het Roma-volk in Spanje werd vermeld in een officieel document. Daarom heeft de Spaanse regering dit jaar uitgeroepen tot het “Jaar van het Pueblo Gitano”, om stil te staan bij hun geschiedenis, cultuur en bijdrage aan de samenleving.
De eerste vermelding komt uit 1425, toen koning Alfons V een reisdocument gaf aan een Roma-groep, zodat zij vrij door Aragón konden reizen. Maar niet lang daarna begon een lange periode van onderdrukking. Roma moesten zich verplicht vestigen, hun taal en cultuur werden verboden en in 1749 werden duizenden Roma opgepakt tijdens een grote actie van de overheid.
Toch gaf het Roma-volk niet op. Ondanks eeuwenlange vervolging, discriminatie en zelfs de dictatuur van Franco, bleven ze hun identiteit behouden. Na de komst van de democratie in Spanje kregen ze meer rechten en erkenning, onder andere in het parlement.
Wie zijn de Roma in Spanje? De Roma, of ‘Gitanos’ zoals ze in Spanje vaak genoemd worden, vormen een etnische minderheid met een rijke, mondeling overgedragen cultuur. Ze zijn bekend om hun muziek – vooral flamenco –, familiebanden en sterke gemeenschapsgevoel. De meerderheid van de Roma woont tegenwoordig verspreid over heel Spanje, vooral in stedelijke gebieden. Ondanks de vooruitgang leven veel Roma nog steeds in achtergestelde omstandigheden.
Tijdens het herdenkingsjaar zijn er door het hele land activiteiten en evenementen. Op 8 april vond er een grote plechtigheid plaats in het parlement, waar ook koning Felipe en koningin Letizia bij waren. In juni was er een bijzondere tentoonstelling in Madrid over de geschiedenis en cultuur van de Roma.
Naast het vieren van de cultuur wil de regering ook aandacht geven aan ongelijkheid. Er wordt gewerkt aan plannen om de situatie van Roma op het gebied van onderwijs, werk, huisvesting en gezondheid te verbeteren. Ook komt er een commissie die zich gaat bezighouden met herinnering en herstel.
