Het Spaanse Congres heeft dinsdag een wetsvoorstel verworpen dat een einde had moeten maken aan de nationale bescherming van de stierengevechten. De zogeheten volksinitiatiefwet “No es mi Cultura”, gesteund door meer dan 600.000 handtekeningen, wilde ervoor zorgen dat de stierengevechten niet langer als “cultureel erfgoed” erkend worden. Het voorstel wilde die bevoegdheid teruggeven aan de autonome regio’s, zodat zij zelf konden beslissen of ze de traditie wel of niet blijven steunen.
De stemming mislukte doordat de linkse PSOE zich onthield, terwijl de rechtse partijen PP, Vox en UPN tegen stemden. Alleen Sumar, ERC, Bildu, BNG en andere kleinere partijen stemden voor, maar dat bleek onvoldoende. Daardoor blijft de wet uit 2013, die de stierengevechten op nationaal niveau beschermt, voorlopig gewoon van kracht.
Volgens Sumar vertegenwoordigt het voorstel de stem van de burgers die vinden dat een praktijk waarbij dieren lijden, niet thuishoort in de hedendaagse Spaanse cultuur. De partij benadrukte dat het doel niet was om de stierengevechten te verbieden, maar om de “blinde bescherming” van de centrale overheid op te heffen.
De PSOE verklaarde dat ze de discussie over stierengevechten niet via confrontatie wil voeren, maar via dialoog en respect voor alle gevoeligheden. De partij erkende dat dit een onderwerp is dat sterk verschilt per regio en dat men geen verdeeldheid wil zaaien binnen de samenleving.
Vanuit de PP en Vox kwam juist kritiek op het voorstel. Zij benadrukten dat stierengevechten een “onvervreemdbaar onderdeel” zijn van de Spaanse traditie en cultuur. Volgens Vox zou het opheffen van de bescherming een gevaarlijk precedent scheppen waarbij de politiek bepaalt wat wel en niet cultuur is.
Regionale partijen zoals PNV en Junts waren teleurgesteld over de uitkomst. Zij vinden dat Madrid zich niet moet bemoeien met culturele beslissingen van de regio’s. Volgens hen moet elke autonome gemeenschap vrij kunnen bepalen of stierengevechten nog bij hun identiteit horen.