Voor veel toeristen is de Spaanse eetcultuur een verrassing, vooral het late tijdstip van het avondeten. Volgens de artificiële intelligentie of AI is dit de gewoonte die buitenlanders het meest verbaast en waar ze het moeilijkst aan wennen, want soms duurt het weken voordat je je ritme hebt aangepast.
Toeristen, vooral uit Latijns-Amerikaanse en Noord-Europese landen, vinden het vaak vreemd dat men in Spanje pas tussen 21:00 en 22:30 uur aan tafel gaat. Waar zij thuis al op de bank hangen of naar bed gaan, komt in Spanje de drukte in restaurants pas op gang.
Deze avondgewoonte heeft meerdere wortels. Tijdens het Franco-tijdperk werd de Spaanse klok aangepast aan de Berlijnse tijd, waardoor het natuurlijke dagritme verschoof. Daardoor gaat de zon ’s zomers veel later onder en blijven mensen langer actief.
Ook de siësta of middagpauze is van belang. Door deze onderbreking verschuift de werkdag naar een later tijdstip, wat resulteert in een latere avondmaaltijd. Dit gaat echter verder dan alleen tijd: dineren in Spanje is een sociaal evenement, bedoeld om samen te ontspannen en te genieten met familie of vrienden. De middagmaaltijd of lunch kan zelfs nog belangrijker zijn dan het diner.
De AI noemt volgens deze nieuwswebsite nog meer gewoontes die buitenlanders vreemd vinden: twee kussen bij het begroeten, tapas afwisselend bij verschillende cafés en de siësta – al blijkt die laatste tegenwoordig minder gebruikelijk dan gedacht.
Hoewel de AI deze gewoontes benadrukt, onderstreept ze ook dat aanpassing tijd kost. “Het is geen fout of raar, maar een levensstijl,” klinkt het, en toeristen ervaren dit doorgaans als een verrijking van hun bezoek.
