Vanaf 2030 wordt het in Spanje verboden om een woning te verkopen of te verhuren als deze niet minimaal energielabel E heeft. Dit is onderdeel van nieuwe Europese regels die het energieverbruik en de CO₂-uitstoot moeten verlagen. Vooral oudere woningen worden hierdoor getroffen: naar schatting voldoet zo’n 80 procent van alle huizen in Spanje niet aan deze norm.
Spanje heeft een groot aandeel verouderde woningen. De gemiddelde leeftijd van een huis is 43 jaar, vaak zonder degelijke isolatie, dubbel glas of efficiënte verwarmingssystemen. Veel van deze huizen hebben nu energielabel F of G, wat betekent dat ze structurele verbeteringen nodig hebben, zoals betere isolatie, nieuwe ramen, moderne verwarmings- of koelsystemen en soms zelfs vocht- en asbestverwijdering.
De overheid wil vóór 2030 minstens 1,2 miljoen woningen energiezuiniger maken. Tot nu toe is dat tempo veel te laag: tussen 2013 en 2023 werden iets meer dan 100.000 huizen gerenoveerd. Om de doelstellingen te halen, zullen de renovatieprojecten de komende jaren flink moeten versnellen.
Het nieuwe beleid stopt niet in 2030. Drie jaar later, in 2033, wordt de norm opnieuw aangescherpt: dan moet iedere woning minimaal energielabel D hebben om verkocht of verhuurd te mogen worden. Daarmee wil de EU de woningvoorraad geleidelijk verduurzamen en bijdragen aan de klimaatdoelen.
Voor huiseigenaren betekent dit dat grote investeringen vaak onvermijdelijk zijn. Denk aan het verbeteren van de isolatie van muren en daken, plaatsen van energiezuinige ramen, overstappen op warmtepompen of andere duurzame verwarmingssystemen, en het installeren van LED-verlichting en zonnepanelen.
De regels moeten leiden tot lagere energiekosten voor bewoners, minder afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en een betere leefkwaliteit. Maar voor miljoenen Spaanse huishoudens wordt het een race tegen de klok om vóór 2030 aan de eisen te voldoen.