De mens heeft het de dieren op vele manieren moeilijker gemaakt rustig en veilig te leven. In Léon sterven veel everzwijnen, herten en af en toe zelfs honden in kunstmatige waterkanalen. Ze wagen zich er in om te drinken en kunnen vervolgens niet ontsnappen. Een probleem dat zich in heel Spanje stelt.
Elk jaar sterven in Spanje duizenden dieren in kunstmatige waterkanalen. Die kanalen doorkruisen het land om overal landbouwvelden te irrigeren. Everzwijnen en herten wagen zich er vaak in om te drinken. Wanneer ze weer naar buiten willen klauteren, glijden hun poten uit op de steile randen. Uiteindelijk raken ze uitgeput en sterven ze een pijnlijke verdrinkingsdood. Ook honden, kleine reptielen en zoogdieren worden slachtoffer van de kanalen.
Het is moeilijk te berekenen hoeveel dieren zo jaarlijks sterven. Maar in een van de kanalen, dat van Arriola in Léon (32 kilometer lang) stierven tussen 2022 en 2023 bijna 140 dieren. Het ging om 111 herten en 27 everzwijnen. Het kanaal van Arriola voorziet 4600 hectare landbouwgrond van water.
Een groot deel van de dieren die in dit kanaal sterft, eindigt in een groot rooster dat takken en andere objecten uit het water moet vissen. De dieren komen er met hun poten vast te zitten en sterven soms pas op die plaats. De watertemperatuur is gewoonlijk slechts rond de 8 graden en bezorgt de dieren vaak onderkoeling.
Het probleem zou volgens dierenrechtenorganisaties overal moeten worden aangepakt. Aan het kanaal van Arriola staat ondertussen een hek van 4,5 kilometer en wordt ook geëxperimenteerd met camera’s om het gedrag van de dieren beter te begrijpen. Oplossingen zijn echter niet evident en de wil om dierenleed te verkleinen, is jammer genoeg niet altijd even groot.