Spanje verwelkomde in 2024 bijna 94 miljoen internationale toeristen, waarvan ruim 14 miljoen met de auto het land binnenkwamen of er een huurauto gebruikten. Voor de Spaanse verkeersdienst DGT betekende dat opnieuw een flinke uitdaging om verkeersboetes te innen bij buitenlandse bestuurders.
In totaal werden er in 2024 meer dan 190.000 boetes verstuurd naar automobilisten uit andere EU-landen, vooral voor snelheidsovertredingen. Deze identificatie gebeurt via het EUCARIS-systeem, dat landen in staat stelt om kentekens van buitenlandse voertuigen te achterhalen. Toch werd slechts 56 procent van de opgelegde boetes daadwerkelijk betaald.
Volgens de DGT is dat resultaat “niet slecht”, maar de verschillen tussen landen zijn groot. Zo betalen Oostenrijkse, Duitse, Nederlandse en Portugese toeristen hun boetes het vaakst. Aan de andere kant blijken Italianen, Polen en Roemenen het minst bereid om te betalen en vertrekken velen zonder hun schuld te voldoen.
De EU heeft in 2024 nieuwe regels aangenomen die dit probleem moeten verkleinen. Met richtlijn 2024/3237 is het aantal overtredingen waarvoor landen gegevens moeten uitwisselen uitgebreid van 8 naar 18. Dat betekent dat ook gevaarlijk inhalen, het niet houden van voldoende afstand, spookrijden en misbruik van de vluchtstrook straks onder de regeling vallen.
Daarnaast verplicht de nieuwe richtlijn de landen van herkomst van de bestuurders om actiever mee te werken aan het innen van boetes. Daarmee hoopt men dat toeristen minder vaak zonder consequenties aan hun verkeersovertredingen in Spanje ontsnappen.
Voor Spanje, dat sterk afhankelijk is van toerisme, is dit een belangrijk signaal. Niet alleen om de verkeersveiligheid te verbeteren, maar ook om te zorgen dat buitenlandse bezoekers eerlijk bijdragen wanneer ze zich niet aan de verkeersregels houden.
