China wordt op dit moment getroffen door de grootste uitbraak van het chikungunyavirus in zijn geschiedenis. In de zuidelijke provincie Guangdong, met name in de stad Foshan op zo’n 170 kilometer van Hongkong, zijn inmiddels meer dan 7.000 besmettingen vastgesteld. Alleen al in de afgelopen week kwamen daar ruim 3.000 nieuwe gevallen bij.
De vraag is: moeten we ons in Spanje en andere Europese landen zorgen maken? In Spanje komen veel tijgermuggen voor, vooral langs de Middellandse Zeekust, waardoor het risico op verspreiding niet ondenkbaar is. Begin dit jaar gaf het Europees Geneesmiddelenbureau groen licht voor het eerste chikungunya-vaccin, ontwikkeld door het Deense bedrijf Bavarian Nordic. De Europese Commissie moet nog besluiten over toelating in de EU, waarna elk land zelf bepaalt of en hoe het wordt vergoed. Het vaccin, genaamd Vimkunya, kan worden toegediend aan iedereen vanaf 12 jaar en ouder.
De gezondheidsautoriteiten in China hebben vooralsnog snel ingegrepen en voeren maatregelen uit die sterk doen denken aan de coronapandemie. Zo worden er grootschalige insecticide bespuitingen uitgevoerd, drones ingezet om stilstaand water op te sporen en te behandelen, en krijgen huishoudens muskietennetten. Ook worden bepaalde vissoorten en ‘predatormuggen’ ingezet om de larven van de Aedes-mug (Aziatische tijgermug), de overbrenger van het virus, te bestrijden.
Chikungunya wordt verspreid via muggensteken, en niet van mens op mens. De ziekte veroorzaakt hoge koorts, hevige gewrichtspijn die soms maanden kan aanhouden, huiduitslag, vermoeidheid, spierpijn, misselijkheid en hoofdpijn. Vooral ouderen, kinderen en mensen met gezondheidsproblemen lopen meer risico op ernstige klachten.
Besmette personen moeten in China minstens een week in het ziekenhuis blijven of tot ze negatief testen. De eerdere huisquarantaine wordt niet langer toegepast, omdat direct contact geen besmettingsrisico oplevert. Toch blijft de overheid waarschuwen voor nieuwe haarden, zeker nu klimaatverandering en internationale reizen de verspreiding van tropische ziekten versnellen.
Niet alleen China zelf, maar ook andere landen volgen de situatie op de voet. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) houdt de uitbraak nauwlettend in de gaten en waarschuwt voor de kans op verspreiding naar andere delen van de wereld. Ook Spanje en andere Europese landen monitoren het verloop van de epidemie. Op dit moment zijn er nog geen gevallen van chikungunya in Spanje vastgesteld.
Voor veel Chinezen is het virus nieuw, waardoor er nauwelijks natuurlijke immuniteit in de bevolking aanwezig is. Dit maakt het risico op een snelle verspreiding groter, zeker in dichtbevolkte steden in het zuiden. Internationale gezondheidsinstanties adviseren reizigers naar Zuid-China om extra voorzorgsmaatregelen te nemen, zoals het gebruik van muggenwerende middelen, bedekkende kleding en overnachtingen in goed afgesloten of met netten beveiligde ruimtes.