De Spaanse oppositiepartijen PP, Vox en Junts per Catalunya hebben de wet verworpen die de werkweek zou verkorten naar 37,5 uur zonder loonverlies. Het voorstel van minister van Werk Yolanda Díaz strandde meteen bij de eerste stemming in het Congres. Daarmee sneuvelden ook aanvullende maatregelen, zoals strengere urenregistratie, hogere boetes bij overtredingen en meer bescherming van het recht op digitale ontkoppeling.
Junts verdedigde zijn stem door te wijzen op de lasten voor kleine bedrijven en zelfstandigen, vooral in Catalonië. Volgens de partij zouden de kosten te hoog oplopen en de sociale zekerheid onder druk komen te staan. Ook de rechtse partijen PP en Vox zagen geen voordeel in de verkorting, die volgens hen slecht zou uitpakken voor de economie.
De vakbonden CCOO en UGT reageerden woedend en spraken van een “klap in het gezicht” voor werknemers. Vooral in sectoren als zorg, horeca en detailhandel wordt vaak langer gewerkt dan contractueel is afgesproken, waarbij uren regelmatig niet geregistreerd of uitbetaald worden. Voor hen zou de wet juist meer duidelijkheid en bescherming hebben gebracht.
Yolanda Díaz liet weten dat ze de strijd niet opgeeft. Volgens haar is de steun onder de bevolking duidelijk aanwezig en gaat het kabinet proberen de maatregel op andere manieren door te voeren. Ze overweegt onder meer om via een Koninklijk Besluit alvast onderdelen in te voeren, zoals de verplichting tot nauwkeurige urenregistratie.
In verschillende steden kwamen werknemers en vakbonden al op straat om te protesteren tegen de verwerping. Voor het hoofdkantoor van werkgeversorganisatie CEOE in Valencia lieten demonstranten hun onvrede duidelijk blijken. Volgens de bonden is dit nog maar het begin van een bredere mobilisatie in Spanje.
De vraag blijft nu of de verkorting van de werkweek alsnog via een hernieuwde wetsvoorstel of decreet kan worden ingevoerd. Díaz benadrukt dat de politieke nederlaag geen einde betekent voor het plan: “Op straat hebben we dit al gewonnen, nu moeten we het nog in het parlement winnen.”
