De militaire parade op 12 oktober in Madrid, ter viering van de Día de la Hispanidad, verliep dit jaar anders dan gepland. Door lage bewolking en slechte zichtbaarheid moest de luchtparade op het laatste moment worden ingekort. Toch trok het evenement, ondanks de aanpassingen, duizenden toeschouwers naar de hoofdstad.
Oorspronkelijk zouden verschillende helikopters, trainingsvliegtuigen en gevechtstoestellen meedoen, waaronder de Chinook, Tigre, Harrier, F-18 en Eurofighter. Uiteindelijk konden vooral de helikopters en blusvliegtuigen niet opstijgen vanwege het weer. Enkel de Eurofighters, F-18’s, Harriers en de nieuwe Pilatus PC-21’s van de Patrulla Águila verschenen in de lucht. De PC-21’s namen voor het eerst de rol over van de iconische C-101’s en kleurden de lucht in rood en geel met rookslagen.
De parade startte iets later dan gepland, terwijl de weersomstandigheden voortdurend werden geëvalueerd. Volgens het Ministerie van Defensie werd de veiligheid van de bemanning vooropgesteld, waardoor een deel van de luchtshow geannuleerd moest worden. Ondanks dat, klonk er applaus toen de eerste formaties boven de Paseo de la Castellana verschenen.
Op de grond verliep de parade zonder problemen. Er marcheerden ruim 4.000 militairen, 123 voertuigen en 229 paarden door de stad. Zoals elk jaar trok de Legión veel aandacht, ditmaal vergezeld door hun mascotte, de ram Baraka, die met trots naast de troepen meeliep.
Hoewel de luchtparade kleiner was dan gepland, bleef de ceremonie een indrukwekkend eerbetoon aan de Spaanse strijdkrachten. De combinatie van traditie, techniek en symboliek zorgde er opnieuw voor dat het publiek enthousiast reageerde, ondanks de grijze hemel boven Madrid.