Volgens het vastgoedplatform Fotocasa kostte een woning in Spanje vijf jaar geleden gemiddeld 150.000 euro. Inmiddels is dat bedrag opgelopen tot meer dan 210.000 euro, een stijging van ruim 40 procent in korte tijd.
Deze forse prijsstijging komt volgens Fotocasa vooral door het onevenwicht tussen vraag en aanbod. Er is momenteel bijna vier keer zoveel vraag naar koopwoningen als aanbod. Daardoor blijven de prijzen in vrijwel alle regio’s stijgen, ondanks de hoge rente en duurdere levensonderhoudskosten.
In steden als Madrid, Barcelona, Málaga, Palma de Mallorca en op de Canarische Eilanden zijn de prijzen tot recordhoogtes gestegen. In deze gebieden ligt de gemiddelde woningprijs inmiddels ver boven het landelijke gemiddelde, waardoor het voor veel gezinnen haast onmogelijk wordt om een huis te kopen.
Het vastgoedplatform waarschuwt dat het probleem niet alleen de prijs is, maar vooral het tempo waarmee die blijft stijgen. De jaarlijkse stijging van 17 procent die Fotocasa recent registreerde, is de grootste sinds het bedrijf begon met het bijhouden van gegevens over de woningmarkt.
Daarnaast speelt mee dat veel nieuwbouwprojecten vertraging oplopen, waardoor het aanbod nauwelijks toeneemt. Tegelijkertijd blijven investeerders, buitenlandse kopers en mensen die willen verhuizen naar zonnige regio’s de markt extra onder druk zetten.
De situatie op de Spaanse woningmarkt lijkt voorlopig niet te verbeteren. Zolang de bouwproductie laag blijft en de vraag hoog, verwacht Fotocasa dat de prijzen ook in 2025 zullen blijven stijgen, zij het iets minder snel dan de afgelopen jaren.
