Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (45)

Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (45)
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.

In de stralende zon kun je ons regelmatig tegenkomen, snorrend op onze bromfietsjes. Niets is heerlijker dan de wind door je haren te voelen, de zon op je blote benen, en de uitbundig bloeiende bloemen die overal te zien, zittend op een Tomosje, snorrend langs de kronkelende landweggetjes. Het bevalt ons prima en zo tuffen we dus overal naar toe: naar de markt op zaterdag, naar de winkels, naar een waterbron hoog in het Pila-gebergte. Dáár is het gezondste water van de wereld, boordevol mineralen. ‘Rica, rica’ noemen de Spanjaarden dat water. Rijk aan gezondheid.

Daar snorren we dus met veel plezier naar toe, beladen met lege jerrycans héén en met volle terug. We waren bloedje nieuwsgierig of die snorretjes de steile hellingen kunnen nemen. Maar ze hebben er geen centje pijn mee en wij genieten van de natuur, het fabelachtige uitzicht op deze grote hoogte, de prachtige vogels, de wilde geraniums, de overhangende takken van de mimosabomen, de sterk geurende rozemarijn en thym, enz. Ik heb altijd een schepje bij me, voor het geval ik iets tegenkom ter meerdere glorie van onze tuin. Vandaag vond ik vier petieterige vijgenboompjes, die nu in een vaasje staan en weer helemaal zijn opgekomen. Dát zou leuk zijn, als die het gaan doen!  

Vandaag een ontdekkingstocht gemaakt door de bergen rond Capres. Wat een prachtig berglandschap, je wordt daar heel klein tussen al die opstijgende rotsblokken. Het rare is dat daar duizenden fossielen te vinden zijn. Schelpen, oesters, scheermesjes enz. Miljoenen jaren geleden was dit dus een zeebodem! Je weet niet wat je ziet, naast de fossielen zijn er talloze rotsblokken waar vele kleuren kristallen op ontstaan zijn, roze, groene, witte…. We lopen met ons neus over de grond te speuren naar de mooiste kristallen, waarvoor we met voorbedachten rade rugzakken hebben meegenomen. Laika heeft andere interesses: konijntjes! We zien haar af en toe in een flits voorbij rennen en soms is zij wel een kwartier pleitos. We maken ons maar geen zorgen, want zij komt altijd weer terug en zij kan er toch geen vangen. Als we uiteindelijk weer thuis zijn plukken we de ene teek na de andere van haar gladde vacht, ondanks de dure druppeltjes die haar onaantrekkelijk zouden moeten maken voor deze parasiet.

Ik heb ergens een dikke plaat schuimrubber voor haar gevonden. Gevolg? Zij vindt dat zo heerlijk, dat zij niet meer in haar mand binnen wil slapen, maar de nacht op haar zachte bed buiten doorbrengt. Geheel op eigen verzoek!

Egbert is boos op me. We waren vandaag weer met de brommertjes op pad, toen we een tuincentrum passeerden. Daar kwam ons Tomosje gewoon niet langs, zodat we wel moesten afstappen om te kijken wat daar allemaal te koop was. En dat was een heleboel. Tja, en als je dan per ongeluk ook nog een portemonnee bij je hebt, dan kun je wel eens wat uitschieten. En zo geschiedde. Ik kocht teveel. Op zich geen probleem, ons hart en de tuin zijn groot genoeg, maar beladen met bomen en planten brommeren is niet zo heel handig. Egbert had zelfs bomen tussen zijn knieën geklemd, en mopperde half Spanje bij elkaar!

In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER

Onze handen lijken op schuurpapier van het gewroet in de stenige aarde. Wij nemen we ons voor om nu voor de verandering maar eens een dagje cultuur te gaan consumeren. Daarom zijn we vanmorgen al om half acht weggereden, nadat we gisteren een interessant museum in Murcia hadden uitgezocht: het Museo y Necropolis Hispano-Arabe. Er zouden muren en bezienswaardigheden uit de 12e eeuw te zien zijn en daar verheugen wij ons op. Natuurlijk raken we de auto in de buurt niet kwijt, dus nemen we de benenwagen en om een uur of negen staan we voor de plek waar het museum zich zou moeten bevinden. We zien inderdaad blootgelegde funderingen van een oude muur met een oud gebouw erachter, maar bij navraag of dát het museum is, blijkt ons dat er geen sprake is van een museum. De muren zijn de bezienswaardigheden en daarmee moeten we genoegen nemen. En dat noemen ze ‘museo’!

Enfin, niet getreurd, onze honger naar museale schoonheid is nog lang niet gestild, dus zoeken we in het toeristische gidsje een ander museum op. “Het is ongeveer twintig minuten lopen,” legt een vriendelijke Spanjaard ons uit als we hem de weg vragen naar het Museo Archeologico. Wij nemen weer de benenwagen en zijn blij dat het nog zo vroeg is, want om twee uur gaat heel Spanje plat vanwege de siësta, een onding waar we maar niet aan kunnen wennen. Maar goed: wij dus op weg. Na een paar keer verkeerd te zijn afgeslagen, staan we dan toch voor het museum. “Hoy cerrado” (heden gesloten) staat op een bordje op de deur, zonder ook maar enige verdere uitleg. Geen excuus voor al onze vergeefse voetstappen, niks. We proberen de moed erin te houden, want er zijn meer musea in een stad als Murcia en een tegenvaller kunnen we wel incasseren, dus draaien we vol goede moed de weg in richting Museo des Belles Artes, weer een half uur lopen.

We stappen door de kleine steegjes met de beeldige winkeltjes, de een nog leuker dan de ander, maar de tijd begint al een beetje te dringen, het museum sluit immers om twee uur, dus doet Egbert stevige pogingen om mij bij die leuke winkeltjes vandaan te houden en er de gang in te houden. Het lukt hem, want om elf uur ongeveer staan we voor het Museo dat mij het bekijken van de etalages belette. Het gebouw staat volledig in de steigers en de deur zit hermetisch dicht. Ze nemen niet eens de moeite om “hoy cerrado” op een bordje te schilderen. Dit is ook Spanje! Alle musea tegelijkertijd dicht. Niet te geloven.

We kijken elkaar aan. “Zag jij onderweg ook niet dat leuke koffietentje?” vraag ik. Binnen de kortste keren zitten we aan de bar en verbazen ons over de grote drukte in dat tentje. Trouwens al die koffietentjes zitten hartstikke vol met druk pratende Spanjaarden. Het is koffietijd! Alles zit te kauwen en te slikken en wij doen mee. De ‘cortado’ smaakt ons opperbest, de broodjes met ter plekke afgesneden beenham ook, en we kregen een salade, zo heerlijk…..ik proef hem nu nog….. die maakte het debacle van de musea wel goed. 

Als we uiteindelijk naar de auto teruglopen, weer een flinke loop, stuiten we onderweg op een “Museo Molinos”, een museum waar oude watermolens te bezichtigen zijn. ’t Lijkt me niks, maar….. het is open, dus stappen we langs watermolens, en dergelijke, er hangen platen aan de muur, waarin het een en ander wordt uitgelegd. Boven is nog iets (voor mij) oninteressants, maar Egbert wil toch de moeite nemen om daarvoor al die trappen te beklimmen. Ik niet. Ik ga maar vast naar buiten en zie daar een doodzieke vrouwtjeseend, haar nek helemaal bloederig, ze kan nauwelijks nog op haar pootjes staan. Zij is duidelijk het slachtoffer van de lenteprikkels. Ik heb medelijden met het beestje. Op dat moment komt er weer zo’n macho waggel aan en met veel bombarie maakt hij aanstalten om het arme vrouwtje te grazen te nemen. Maar dan had-ie buiten Barbara gerekend. Ik jaag hem luidruchtig weg en zwaai met mijn armen. Op dat moment komt Egbert naar buiten. “Waar ben jij nou mee bezig?” vraagt hij, en dan ziet hij ook het zielige vrouwtje. “Tja, dat is de natuur,” zegt hij nuchter. “Je kunt hier ook blijven zitten om de mannen bij haar weg te jagen.” Door zijn opmerking beland ik met een plof weer in de harde werkelijkheid. Hier hebben de eendendames het moeilijk, maar hoeveel vrouwen lopen er niet op de aardbol rond die besneden worden, verkracht,  mishandeld, verstoten, zelfs gestenigd, als ze iets doen wat de  heren niet aanstaat?

Enfin, we rijden naar Carrefour, waar we een opzetkast willen hebben voor op de linnenkast. Hebben ze nog nooit van gehoord. Oké, laten we dan maar even in het restaurant een milkshake gaan halen. Hebben ze ook nog nooit van gehoord. Oké, laat ik dan maar even kijken naar een t-shirtje, maar ook dat lukt niet. Het is vandaag dus een dag vol mislukkingen, maar de zon schijnt en Spanje lacht ons toe, dus wat hebben we te klagen?

Groeten van Barbara van Wijk