MADRID – De Europese Unie (EU) bestudeert al geruime tijd de oprichting van een Europese defensiemacht die de snelle interventie met maximaal 5.000 militairen in noodsituaties mogelijk moet maken. De Ministers van Defensie van de 27 EU-lidstaten hebben in november 2021 al groen licht gegeven aan het voorstel van Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlands beleid en veiligheid Josep Borrell. De situatie in Oekraïne kan de oprichting van een Europese defensiemacht echter versnellen.
Terwijl er al eerder wake-up calls waren in de EU vanwege de kritieke situatie in Afghanistan en de migratiecrisis op de grens tussen Polen en Wit-Rusland wat tevens de grens is met de Europese Unie, zorgen de kritieke situatie rond de Oekraïne-oorlog en de bedreigingen van Poetin ervoor dat er opnieuw gesproken wordt over een Europese defensiemacht. Over een ‘militaire samenwerking binnen de EU’ wat volgens Josep Borrell zeker geen Europese NAVO is moet op 24 en 25 maart gediscussieerd en beslist worden in Brussel.
Volgens de Spanjaard Josep Borrell wil de Europese Commissie een expeditieleger van 50.000 manschappen. De plannen voor een Europees leger of een Europese defensiemacht doen al veel langer de ronde in Brussel maar zijn nogal omstreden. Daarom stonden eerst ook lang niet alle EU-lidstaten achter de plannen maar Spanje was net zoals Italië, Frankrijk en Duitsland altijd al een voorstander van zo’n Europese defensiemacht.
Op dit moment bestaat er al een Europese troepenmacht maar het commando over deze manschappen is elk half jaar in handen van andere lidstaten. Het gaat om zogenaamde EU-battlegroups die direct wereldwijd kunnen worden ingezet voor missies van 30 tot 120 dagen. De Europese gevechtseenheden moeten binnen 10 dagen inzetbaar zijn in een gebied binnen een straal van 6.000 kilometer om Brussel. Sinds de oprichting in 2007 zijn de eenheden nog niet in actie gekomen, ook niet vanwege de Oekraïne-oorlog.