Het DNA van Spanjaarden vertoont meer gelijkenissen met Noren dan met Noord-Afrikanen

Het DNA van Spanjaarden vertoont meer gelijkenissen met Noren dan met Noord-Afrikanen
beeld: ai-beeld / redactie

De genetische achtergrond van Spanje is ingewikkeld en boeiend, vooral door de lange periode van Moorse heerschappij die eindigde in 1492. Er zijn echter verschillende meningen over de genetische erfenis uit die tijd. Recent onderzoek toont aan dat Spanjaarden meer genetisch materiaal delen met mensen uit Noord-Europa, zoals Noorwegen, dan met Noord-Afrikanen.

De resultaten van het Laboratorium voor Genetische Identificatie aan de Universiteit van Granada hebben onze ideeën over de genetische achtergrond van de Spanjaarden op zijn kop gezet. Blijkbaar delen Andalusiërs meer genetische overeenkomsten met mensen uit Noorwegen dan met hun Noord-Afrikaanse buren.

De Reconquista was een lange strijd die leidde tot de herovering van het toenmalige Spanje op de Moren. Dit proces resulteerde niet alleen in politieke en religieuze veranderingen, maar had ook verstrekkende gevolgen voor de genetische diversiteit van de bevolking.

Het belang van de Reconquista ligt in het feit dat het duizenden mensen uit andere delen van Europa naar Spanje bracht. Deze migratie leidde tot mengingen van genen en culturen, waardoor de genetische basis van de Spaanse bevolking geleidelijk veranderde. De traditionele opvatting dat de Moorse aanwezigheid leidde tot een sterke genetische invloed van Noord-Afrika wordt door recente onderzoeken in twijfel getrokken.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat de gemiddelde Andalusische man of vrouw ongeveer 80% van hun genetisch materiaal deelt met de Noren. Dit percentage is opmerkelijk hoog en benadrukt een onverwachte genetische connectie met Noord-Europa. In tegenstelling tot de populaire overtuiging dat de Spaanse bevolking sterk beïnvloed is door Noord-Afrikanen, blijkt dat de genetische afdruk van deze laatste veel minder aanwezig is dan eerder werd gedacht.

María Saiz Guinaldo, een van de co-auteurs van het onderzoek, legt uit dat de verdrijving van Noord-Afrikaanse groepen en de daaropvolgende mengeling met mensen uit Spanje zo grondig was dat het genetische erfgoed van de Moren tegenwoordig bijna niet meer te ontdekken is. Dit laat zien hoe ingrijpend culturele en sociale veranderingen de genetische samenstelling van een bevolking kunnen beïnvloeden.

Hoewel Spanjaarden tegenwoordig weinig Noord-Afrikaanse genetische invloeden lijken te hebben, is het interessant om de aanwezige haplogroepen te onderzoeken. Studies tonen aan dat haplogroepen typisch voor Noord-Afrika, zoals E3b2, bijna volledig afwezig zijn in Spanje.

Haplogroepen zijn groepen van verwante genetische varianten die gemeenschappelijk zijn voor een groep mensen. Ze bieden inzicht in de geografische en historische oorsprong van bevolkingsgroepen.

Bij de Spanjaarden, vooral de Andalusiërs, heeft slechts 6% Noord-Afrikaanse haplogroepen. De genetische invloed van Afrikaanse afkomst onder Andalusiërs is niet veel hoger dan in andere Spaanse regio’s zoals Castilië en León en Asturië Dit ondermijnt het idee van een sterke Noord-Afrikaanse erfenis en suggereert dat de assimilatie tijdens en na de Reconquista de genetische uitwisseling heeft beperkt.

Het is ook opmerkelijk te zien hoe deze haplogroepen verschillen tussen regio’s. In sommige gebieden, zoals Galicië, zijn er hogere percentages van Arabische genetische kenmerken, voornamelijk als gevolg van de migratie van moriscos die zich vestigden in het noordwesten van Spanje.

Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen culturele en genetische invloeden. Terwijl de Moorse overheersing onmiskenbaar een sterke impact had op de cultuur, kunst en wetenschap van Spanje, blijkt dat deze culturele elementen niet automatisch leiden tot significante genetische invloeden.

De rijke culturele erfenis die de Moren achterlieten is nog steeds een essentieel onderdeel van de Spaanse identiteit, maar genetisch gezien lijken de Spanjaarden meer verwant te zijn aan hun Europese buren, zoals die uit Noorwegen, dan aan de Noord-Afrikanen.