ZARAGOZA – In de autonome regio Aragón beschikken de Policía Nacional en de Guardia Civil samen over zo’n 40 politiehonden. Die vierpotige agenten zijn in staat explosieven, drugs of vermiste personen op te sporen. De relatie die ze met hun “baasje” hebben is erg bijzonder.
Malibú, Jara, Mara, Trufa, Coca of Coni, het zijn maar enkele van de namen van bijzondere leden van het Aragonese politieteam. Het zijn geen agenten die lang naar school zijn geweest, en toch is hun werk van groot belang voor heel wat operaties. Deze week vierde men in Spanje de dag van de werkende hond, zoals bijvoorbeeld herdershonden of politiehonden. Die politiehond werd in Aragón speciaal in de bloemetjes gezet.
De gidsen van de honden spenderen de helft van de dag aan hun training, en de andere helft aan het uitvoeren van bepaalde taken. Die training is erg belangrijk, opdat de dieren scherp staan wanneer ze in actie moeten komen.
Een deel van het takenpakket behoort tot de dagelijkse taken. In Zaragoza zijn er honderd kritieke punten die elke dag op explosieven worden gecontroleerd. Bepaalde staatsinstellingen, het treinstation of andere openbare plekken. Ook kijken de honden op plaatsen als het station of er geen drugs in de omloop zijn.
Veel van de gidsen hebben een intense band met de hond. Vaak wonen ze zelfs bij de agenten thuis. Op het werk zijn ze acht uur samen, maar daarnaast spenderen ze ook veel tijd aan de training, iets wat voor de hond zelf als een spel is.
Het merendeel van de politiehonden zijn Duitse herders (pastor alemán) of Mechelse herders (pastor belga malinois). Het belangrijke voor een politiehond is zijn kracht, een goed jachtinstinct, geen angst voor nieuwe situaties en een goed sociaal vermogen naar andere honden en mensen toe. De honden worden geselecteerd als ze zeven weken oud zijn, maar pas na één jaar wordt beslist of ze politiehonden zullen worden of niet. Wanneer ze 8 jaar worden, kunnen ze alweer op pensioen.