In Spanje zijn er flinke loonverschillen tussen de autonome regio’s, soms meer dan 1000 euro per maand. Volgens het Spaanse Statistiekbureau (INE), gebaseerd op cijfers van het tweede kwartaal van 2024, bedroeg het gemiddelde maandsalaris 2354 euro. Inclusief premies en kosten liep dit op tot 3162 euro per werknemer per maand.
De arbeidskosten verschillen sterk per regio. In Madrid ligt dit op 2886 euro, terwijl op de Canarische Eilanden slechts 1874 euro wordt gemeten. Ook Extremadura (1932 euro) en Andalusië (2041 euro) blijven achter. Extremadura kende wel de grootste loonstijging, gevolgd door Madrid en La Rioja. De kleinste stijgingen kwamen uit de Canarische Eilanden en Andalusië.
Wat betreft de sector verdienen werknemers in de industrie het meest, met gemiddeld 2730 euro. In de bouw ligt dit lager met 2227 euro. De hoogste totale arbeidskosten zijn in de financiële sector (5954 euro), gevolgd door IT en communicatie (4584 euro) en mijnbouw (4561 euro). Lager zitten de horeca (1927 euro) en administratieve diensten (2148 euro).
Volgens Adecco zijn de beste regio’s om te werken de Balearen en Madrid (beide 7,2 punten), gevolgd door Catalonië (6,9) en de Valencia regio (6,4). De grootste stijging van koopkracht vond plaats op de Balearen in Madrid en in Murcia. Op de Canarische Eilanden en Cantabrië daalde de koopkracht juist.
Ondanks loonstijgingen is het koopkrachtverlies sinds 2009 nog niet ingehaald. Het gemiddelde salaris heeft 8% minder koopkracht dan toen. Daarnaast verdient 75% van de werknemers minder dan 32.386 euro bruto per jaar, waarvan 25% zelfs minder dan 15.216 euro.
Deze cijfers tonen aan dat de Spaanse arbeidsmarkt ongelijk blijft, zowel tussen regio’s als sectoren. Sommige gebieden boeken vooruitgang, terwijl andere achterblijven.