Een nat voorjaar gevolgd door extreme hitte en droogte is de ideale voedingsbodem voor bosbranden in Spanje. Volgens deskundigen leidde de overvloedige regen in het voorjaar tot een explosieve groei van planten. Toen de regen in juni plots stopte en de temperaturen in juli en augustus hoog opliepen, droogde al dat groen razendsnel uit. Het resultaat: grote hoeveelheden brandbaar materiaal dat bij het minste vlam vat.
Een bosbeheerexpert vergelijkt de situatie met haar dat je nooit knipt: “Het groeit maar door zonder dat iemand het bijhoudt.” In het landschap betekent dat meterslange grasvelden en dicht struikgewas die een kleine brand in korte tijd kunnen omvormen tot een allesverwoestend inferno.
Hoewel er dit jaar tot begin augustus “slechts” 40.000 hectare is verbrand — minder dan het gemiddelde van 62.000 hectare — zijn de branden heftiger en moeilijker te bestrijden. De combinatie van droogte, extreme hitte en onbeheerste vegetatie zorgt ervoor dat het vuur sneller, heter en onvoorspelbaarder is.
Volgens experts is regelmatig onderhoud cruciaal. Door ondergroei weg te halen en bomen te snoeien, kan vuur minder snel overslaan naar de kruinen. Maar in veel landelijke gebieden wordt bosbeheer al decennia verwaarloosd, waardoor natuurgebieden steeds dichter groeien.
Daar komt bij dat steeds meer woningen en dorpen in bosrijke gebieden liggen. Hierdoor richten brandweerlieden zich vaak eerst op het beschermen van gebouwen, wat de bestrijding van de brand zelf vertraagt.
De vooruitzichten zijn zorgwekkend. Deskundigen voorspellen dat dit weertype —een nat voorjaar gevolgd door lange, hete zomers— steeds vaker zal voorkomen. Dit kan leiden tot “branden van de zesde generatie”, die hun eigen weersystemen creëren en zich bijna onbeheersbaar verspreiden. Zonder ingrijpende maatregelen dreigt dit het nieuwe normaal te worden.