In de afgelopen tien jaar heeft Spanje zijn minimumloon bijna verdubbeld, van 648,60 euro per maand in 2015 tot 1184 euro (verdeeld over 14 betalingen) in 2025. Deze stijgingen verliepen aanvankelijk geleidelijk, met jaarlijkse verhogingen van ongeveer 60 euro tijdens de jaren 90 en het begin van de 21e eeuw. Echter, in 2019 vond een significante sprong plaats toen de regering onder leiding van premier Pedro Sánchez het minimumloon met bijna 200 euro verhoogde, een toename van 22% in één jaar. Dit was, in procenten, de grootste stijging sinds 1978.
Deze substantiële verhoging riep destijds kritiek op van zowel werkgeversorganisaties als de Banco de España, die bezorgd waren over mogelijke negatieve effecten op de concurrentiepositie en de werkgelegenheidsgroei. Ondanks deze zorgen heeft de trend van verhogingen zich voortgezet, wat heeft geleid tot het huidige niveau van 1184 euro per maand.
Wanneer we het Spaanse minimumloon (1381 euro verdeeld over 12 maanden) vergelijken met andere Europese landen, valt op dat Spanje zich in de middenmoot bevindt. In zes Europese landen ligt het minimumloon hoger dan in Spanje. Luxemburg voert de lijst aan met een minimumloon van 2687 euro per maand, gevolgd door Ierland met 2282 euro, Nederland met 2193 euro, Duitsland met 2161 euro, België met 2070 euro en Frankrijk met 1802 euro.
Het is belangrijk op te merken dat deze cijfers betrekking hebben op de wettelijke minimumlonen en dat de daadwerkelijke inkomens kunnen variëren op basis van sector, regio en individuele omstandigheden. Bovendien spelen factoren zoals belastingdruk en kosten van levensonderhoud een cruciale rol bij het bepalen van de koopkracht van werknemers in verschillende landen.
De stijging van het minimumloon in Spanje laat zien dat men de levensstandaard van werknemers met lagere inkomens wil verbeteren en inkomensverschillen wil verkleinen. Toch blijft de discussie over het verhogen van lonen versus het behouden van economische concurrentiekracht een belangrijk onderwerp in politieke en economische kringen.
