Ondanks eerder uitgesproken desinteresse om ze te herstellen in de afgelopen jaren, staat het Spaanse spoorbedrijf Renfe open om de nachttreinen weer te laten rijden in en buiten Spanje. De zogenaamde ‘hotel-treinen’ (trenhoteles) maakten hun laatste tocht op de Spaanse rails in 2020, toen ze werden stopgezet vanwege de pandemie. Destijds verwees het bedrijf naar gezondheidsoverwegingen als de reden voor hun besluit, maar ook de economische aspecten hadden een aandeel in deze beslissing omdat ze uiteindelijk niet rendabel genoeg waren om in dienst te blijven, zoals recent bevestigd door de voorzitter van Renfe.
Het groeiende belang van ecologische aspecten in het vervoers- en mobiliteitsbeleid van de Europese Unie kan echter een keerpunt betekenen voor de nachttreinen in Spanje. Initiatieven zoals de ‘Green Deal’ van de EU of ‘Fit for 55’, die erop gericht zijn de EU naar klimaatneutraliteit te sturen, hebben zich ontpopt als pleitbezorgers voor de uitbreiding van het continentale spoorwegnetwerk. Deze ‘groene golf’, samen met de discussie over de vervuilende korte vluchten, heeft het publieke en politieke gesprek over de vraag of we de nachttreinen, die tot een paar jaar geleden dagelijks door heel Europa trokken, moeten herintroduceren, weer aangezwengeld.
Als overwogen wordt de nachttreinen opnieuw te laten rijden, moeten er openbare dienst componenten ingevoerd worden, omdat ze niet voor Renfe of andere aanbieders winstgevend zijn op dit moment. Indien Brussel instemt met de herinvoering van de nachttreinen, zouden deze onder de paraplu van ‘openbare dienstverplichting’ (ODV) moeten vallen, een juridisch kader dat subsidies met publieke fondsen voor deze diensten toestaat.
Mocht dit voorstel door Brussel worden goedgekeurd, dan zou de financiering mogelijk afkomstig zijn van de Europese schatkist en niet van de Spaanse overheid, die tot op heden nog geen stappen heeft ondernomen om deze diensten te herstellen. Dit is het huidige model voor de werking van de voorstadstreinen en de conventionele middellange afstandstreinen in Spanje, maar ook voor vele luchtvaartroutes, zoals die welke Barcelona en Madrid verbinden met Badajoz, en verbindingen tussen het vasteland en de eilanden, evenals de scheepvaartroutes naar Ceuta en Melilla.
“Als we aspireren om trajecten zoals Barcelona-Parijs te herstellen, of als we steden zoals Zürich of Milaan willen bereiken, dan denk ik dat deze diensten haalbaar zijn, maar ze moeten wel een openbare dienst element bevatten. Er zal een oplossing moeten komen voor hun lage rendabiliteit, aangezien het niet een kwestie van operationele of technologische capaciteit is”, aldus de voorzitter van Renfe.
European Sleeper en Nightjet
In december 2020 bereikten de leiders van de vier belangrijkste openbare vervoersmaatschappijen in Midden-Europa, de Duitse Deutsche Bahn, de Franse SNCF, de Oostenrijkse ÖBB en de Zwitserse SBB, een akkoord over het lanceren van vier nachttreinroutes die 13 grote Europese steden met elkaar zouden verbinden. Een van deze initiatieven was het vestigen van een treinverbinding tussen Barcelona en Zürich (Zwitserland) via het gedeelde merk Nightjet.
Tot op heden zijn er echter geen nieuwe ontwikkelingen bekend over deze afspraak. Er is echter wel een operator, de Belgisch-Nederlandse coöperatie European Sleeper, die zich inzet om deze bijna vaste overtuiging onder de beheerders van de diverse Europese spoorlijnen te veranderen. Eind mei zijn ze begonnen met het aanbieden van nachttreindiensten tussen Brussel, Amsterdam en Berlijn. De volledige reistijd bedraagt ongeveer tien en een half uur, en ze hebben naar verluidt al meer dan 10.000 tickets verkocht. Ze hebben plannen om deze route tegen 2024 uit te breiden naar Dresden (Duitsland) en Praag (Tsjechië).
European Sleeper beperkt hun ambitie niet alleen tot landen die al een lange traditie van dergelijke nachtelijke reizen hebben. In februari kondigde de coöperatie aan dat ze van plan zijn een nachttrein te lanceren tussen Barcelona en Amsterdam, nadat ze door de Europese Commissie waren geselecteerd als een van de tien pilootprojecten die institutionele ondersteuning zouden krijgen voor hun uitbreiding. Deze nieuwe route is gepland om te starten in het voorjaar van 2025 en zou stoppen in steden zoals Rotterdam, Antwerpen, Brussel, Lille, Avignon, Montpellier, Perpignan, Figueras en Girona.