Na een zomer vol verwoestende bosbranden klinkt de roep om verandering steeds luider in Spanje. In Zamora (Castilla y León) en in Santiago de Compostela (Galicië) trokken afgelopen weekend duizenden mensen de straat op. Hun boodschap was duidelijk: het huidige beleid schiet tekort en er moet veel meer gebeuren om branden te voorkomen én te bestrijden.
In Zamora kwamen zo’n 800 inwoners samen om te protesteren tegen de Junta de Castilla y León. Volgens de betogers laat de regionale regering hen in de steek. Ze vragen om een brandweer die het hele jaar door actief is, betere arbeidsvoorwaarden voor brandbestrijders en een echte herstelstrategie voor getroffen gebieden, zoals de Sierra de la Culebra.
De demonstranten wezen daarnaast op de leegloop van het platteland, waardoor bossen en velden steeds minder onderhouden worden. Dat maakt de regio extra kwetsbaar voor branden. Met simpele preventieve maatregelen, zoals het creëren van brede zones zonder brandbaar materiaal rond dorpen, zou volgens hen veel leed voorkomen kunnen worden.
Ook in Galicië klonk stevige kritiek. In Santiago de Compostela verzamelden zich duizenden mensen, georganiseerd door milieuverenigingen, vakbonden en culturele organisaties. Zij verwijten de regionale overheid dat ze de gevolgen van de recente branden bagatelliseert en weigert te investeren in structurele oplossingen.
De cijfers laten zien hoe groot de ramp is: in Galicië ging naar schatting tot 143.000 hectare natuur in vlammen op, met ook tienduizenden hectare verwoeste natuur in Castilla y León. Betogers eisen daarom niet alleen meer middelen voor bluswerk, maar ook beter bosbeheer en herstelplannen die het platteland leefbaar houden en de natuur beschermen tegen toekomstige rampen.
Of het nu in Zamora of in Galicië is, de boodschap blijft dezelfde: burgers willen geen tijdelijke lapmiddelen meer, maar een doordacht beleid waarin preventie, bestrijding en herstel hand in hand gaan. De protesten maken duidelijk dat de druk op de regionale regeringen alleen maar verder toeneemt.