Sinds de liberalisering van de Spaanse hogesnelheidstreinen is het aanbod breder en vooral goedkoper geworden. Steeds meer inwoners van Spanje kiezen voor de trein, en dat gaat ten koste van de nationale vluchten. Is dat goed nieuws voor een groener vervoer in de toekomst?
Sinds de privatisering van de Spaanse hogesnelheidstreinen is de hoeveelheid treinen in het land exponentieel toegenomen. De concurrentie tussen verschillende bedrijven zorgde voor scherpere prijzen, waardoor zowel toeristen als Spaanse inwoners steeds vaker voor de trein kiezen. Volgens cijfers verkiezen de meeste Spanjaarden nu zelfs de trein boven het vliegtuig.
In 2022 gebruikten maar liefst 23,7 miljoen reizigers de hogesnelheidstrein in Spanje. Een indrukwekkende 76% meer dan het jaar voordien is dat. De populairste lijn is die tussen Madrid en Barcelona (met een tussenstop in Tarragona, Lleida en Zaragoza). Vier op de vijf reizigers op die route verkiezen de trein boven het vliegtuig, terwijl Iberia nochtans ook veel vluchten op dat traject aanbiedt. In 2019 ging het nog slechts om 64% van de reizigers die de trein verkoos.
Van alle reizigers vorig jaar koos 58% de AVE (Renfe), 26% voor Ouigo en 14,2% voor Avlo (de low-cost treinen van Renfe). De concurrentie tussen de drie bedrijven is op korte tijd heel competitief geworden. In een jaar tijd zijn de prijzen zo 43% gedaald. Ook in het zuiden van het land rollen de low cost hogesnelheidstreinen steeds meer hun netwerk uit.
In Frankrijk verbood de regering onlangs trouwens alle korte afstandsvluchten. In Spanje ligt dat voorstel voorlopig niet op tafel, ook al ziet het ernaar uit dat de hogesnelheidstreinen aan hoge snelheid (pun not intended) de nationale markt veroveren.