De Spaanse marine schrijft opnieuw geschiedenis met twee belangrijke mijlpalen in korte tijd. Slechts enkele dagen na de feestelijke tewaterlating van het fregat F-111 Bonifaz is in Cartagena (Murcia) de onderzeeër S-82 Narciso Monturiol voor het eerst te water gelaten. Deze ontwikkelingen markeren een nieuwe fase in de modernisering van de vloot.
Het fregat F-111 Bonifaz, eerste schip van de F-110 klasse, ging op 11 september in Ferrol (Galicië) te water. De Bonifaz wordt beschouwd als een van de meest geavanceerde fregatten ter wereld en gaat de inmiddels verouderde Santa María-klasse vervangen.
In Cartagena (Murcia) staat de aandacht nu volledig op de S-82, de tweede onderzeeër van de S-80 serie. De eerste, de S-81 Isaac Peral, werd in 2023 overgedragen aan de marine. Met de komst van de S-82 in 2026 beschikt Spanje straks over een van de modernste conventionele onderzeeërs van Europa.
De Narciso Monturiol is ruim 80 meter lang, 7 meter breed en weegt onder water bijna 3.000 ton. De onderzeeër kan zich stil en onopvallend voortbewegen en veel functies werken automatisch. Voor de volgende schepen wordt gewerkt aan een speciaal systeem dat langer onder water blijven mogelijk maakt.
Voordat de onderzeeër kan worden overgedragen, moeten er nog meer dan 1.500 technische tests worden uitgevoerd. Dat gaat van havenproeven tot intensieve zee- en duiktesten. Volgens de huidige planning is de S-82 in 2027 volledig operationeel en klaar voor inzet in nationale en internationale missies.
Met de gelijktijdige bouw van een hypermodern fregat en een nieuwe generatie onderzeeërs bevestigt Spanje zijn ambitie om een sterke maritieme macht te blijven. De schepen versterken niet alleen de slagkracht van de marine, maar geven ook een stevige impuls aan de Spaanse defensie-industrie.