Spanje is zijn status als ‘vrij van vogelgriep’ kwijtgeraakt na de ontdekking van vier uitbraken op pluimveebedrijven. Daarmee groeit de bezorgdheid in de sector en bij de autoriteiten over de gevolgen voor de diergezondheid en de handel.
Het gaat om het H5N1-virus, dat tot nu toe vooral bij wilde vogels werd aangetroffen. De nieuwe besmettingen zijn vastgesteld in bedrijven in Castilla-La Mancha (Toledo en Guadalajara), Extremadura en Andalusië. Daar zijn alle dieren geruimd om verdere verspreiding te voorkomen.
De afgelopen jaren wisten strenge hygiënemaatregelen besmettingen in pluimveehouderijen te vermijden, ondanks de aanwezigheid van het virus in de natuur. Het feit dat er nu toch uitbraken zijn, laat zien dat Spanje kwetsbaar blijft door zijn ligging op belangrijke trekroutes van vogels.
Volgens deskundigen is er voor de bevolking geen reden tot paniek. Het risico dat het virus overspringt naar mensen wordt omschreven als zeer laag. De impact zit vooral in de economische en veterinaire gevolgen voor de pluimveesector.
Die gevolgen laten zich nu al voelen: Hongkong heeft per direct de import van kippenvlees en eieren uit de getroffen Spaanse provincies verboden. Andere landen zouden dat voorbeeld kunnen volgen, wat de exportsector flinke schade kan toebrengen.
De Spaanse autoriteiten vragen pluimveehouders extra goed op te letten en hun veiligheidsmaatregelen strenger te maken. Zo hopen ze nieuwe besmettingen en extra druk op de sector te voorkomen.