De president van de Verenigde Staten, Donald Trump, heeft opnieuw de aandacht op zich gevestigd met zijn dreigementen richting Spanje. Trump stelde dat landen die niet genoeg bijdragen aan defensie “de gevolgen zullen voelen”. Daarbij noemde hij specifiek Spanje, dat volgens hem “profiteert van de bescherming van de NAVO zonder eerlijk te betalen”.
Momenteel besteedt Spanje iets meer dan 2% van zijn bbp aan defensie, waarmee het voldoet aan de NAVO-norm maar ver onder Trumps gewenste 5% blijft. In zijn uitspraken hintte hij op handelsmaatregelen, zoals invoerrechten op Spaanse producten, en zelfs op de mogelijkheid om Spanje uit de NAVO te zetten.
Volgens deskundigen zijn beide dreigementen grotendeels symbolisch. De Verenigde Staten kunnen namelijk geen individuele EU-lidstaat afzonderlijk belasten met douanetarieven, omdat handelspolitiek een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie is. Trump zou hooguit bepaalde producten – zoals olijfolie, wijn of auto-onderdelen – kunnen treffen met extra importheffingen, maar dat zou automatisch ook andere EU-landen raken.
Wat betreft de NAVO is uitsluiting van een lidstaat juridisch onmogelijk. Het bondgenootschap voorziet alleen in de mogelijkheid dat een land zelf vrijwillig vertrekt, maar niet dat het door anderen wordt weggestuurd. Zelfs als de VS dat zou willen, zou daar een unanieme wijziging van het NAVO-verdrag voor nodig zijn, iets wat in de praktijk onhaalbaar is.
De Spaanse regering reageerde scherp op de uitspraken van Trump. Minister van Buitenlandse Zaken José Manuel Albares noemde de dreigementen “ongepast en respectloos tegenover een trouwe bondgenoot”. Ook vicepremier Yolanda Díaz benadrukte dat “Spanje zich niet laat intimideren door buitenlandse druk”.
In Brussel klonk eveneens verontwaardiging. Een woordvoerder van de Europese Commissie herinnerde eraan dat de EU klaarstaat om te reageren met tegenmaatregelen als de VS opnieuw handelstarieven zou invoeren tegen Europese producten.