Spanje staat aan de vooravond van een groot probleem in de gezondheidszorg. Volgens een rapport van de Organización Médica Colegial (OMC) zullen in de komende tien jaar bijna 70.000 artsen met pensioen gaan. Dat is ongeveer een kwart van alle artsen die momenteel actief zijn in het land.
De vergrijzing binnen het medisch beroep is zorgwekkend: 36 procent van de artsen is ouder dan 55 jaar en 17 procent ouder dan 65 jaar. Hoewel Spanje met 568 artsen per 100.000 inwoners boven het Europese gemiddelde zit, zijn de verschillen tussen regio’s groot. Vooral in Aragón, Asturias, Castilla y León en de autonome steden is het aantal oudere artsen opvallend hoog.
Volgens de OMC is het probleem niet dat er te weinig artsen zijn, maar dat ze ongelijk verdeeld zijn en vaak afhaken vanwege de werkdruk en slechte arbeidsvoorwaarden. Jonge artsen verlaten het openbare systeem of kiezen voor het buitenland, waar de salarissen en werkomstandigheden beter zijn.
De grootste tekorten dreigen bij specialismen zoals forensische geneeskunde, arbeidsgeneeskunde, klinische biochemie en laboratoriumanalyse. In sommige van deze vakgebieden zal meer dan de helft van de artsen binnen tien jaar verdwijnen door pensionering.
Vooral de eerstelijnszorg is kwetsbaar. Huisartsenpraktijken hebben nu al moeite om personeel te vinden en veel plattelandsgebieden kampen met lege spreekkamers. Zonder een goed opvolgingsplan dreigen wachttijden verder op te lopen en neemt de druk op ziekenhuizen toe.
De OMC roept de overheid op om snel actie te ondernemen met betere arbeidsvoorwaarden, meer opleidingsplaatsen en beleid dat jonge artsen motiveert om in Spanje te blijven werken. Anders dreigt een tekort dat grote delen van het land zal raken, vooral op het platteland.
