Spaanse avonturen in Fortuna/Murcia van Egbert en Barbara (50)

beeld: Freepik
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Egbert en Barbara overwinteren elk jaar in Fortuna bij Murcia. Ze houden het thuisfront op de hoogte van hun reilen en zeilen met wekelijkse brieven, die wij elke zaterdag publiceren. Zo kunt u meegenieten van hun belevenissen, van de grappige en minder grappige dagelijkse voorvallen, Spaanse wetenswaardigheden, kortom alles wat elke overwinteraar tijdens zijn of haar verblijf in Spanje kán meemaken. Daarbij moet dat niet als een kritiek op de levenswijze in Spanje gezien worden maar wel een verslag over hoe het leven anders kan zijn voor de voor- en ook nadelen.

Een afscheid voor altijd.

Als je een hond hebt, dan weet je dat je ooit afscheid moet nemen van hem. Je wilt daar niet altijd aan denken, maar het moment komt. Dat is zeker. Zo herinner ik mij het afscheid van onze lieve schat een paar jaar geleden. O, wat doet dat pijn. Dertien jaar lang was hij onze trouwe viervoeter. Zag je ons, dan zag je hem.

Mijn gedachten dwalen af naar zijn begintijd. Wat was hij een klein angstig puppy’tje, gedumpt op een vuilstort. We hoorden gepiep en gingen eens kijken. Ach, ach, mijn hart draaide een paar keer rond. Zijn oogjes die een wereld van ellende weerspiegelden. Maar één ding stond vast: we wilden geen hond, dus wij nemen hem niet mee. Maar wat dan?  Hier zomaar achterlaten kan ook niet. Ik zou geen rustig moment meer hebben. “Laten we hem maar naar de dierenarts brengen en hem een spuitje laten geven, dit kleintje redt het nooit zo in zijn eentje op de vuilnisbelt, en wat een lijdensweg zal dat worden. Zo kwamen we dus bij de dierenarts met het kleintje in onze armen en ons verzoek op onze lippen.

Maar zelfs in Spanje gaat dat niet zomaar. Een dierenarts maakt beestjes beter en een gezond hondje moet een kans krijgen. De dierenarts is resoluut, dus stelt ze voor dat zij het kleintje zou ontdoen van de tachtig teken die zich in hem vastgebeten hadden, en hem helemaal nakijken, maar dan moeten wij het kleintje wél meenemen naar Nederland en hem daar naar een asiel brengen. Puppy’s worden wel opgehaald. “Maar…..” sprak zij gedecideerd: “Het klaarmaken van de papieren zoals paspoort, en het geven van de spuitjes duurt drie weken.” Tja, of dit een smoesje van haar was of niet, het gevolg was wel dat wij na drie weken compleet verkocht en verknocht waren en met geen woord meer over een asiel praatten.

We noemden hem Castill, en hij groeide uit tot een grote Podenco. Hij nestelde zich met grote vanzelfsprekendheid in ons huis en hart, en we werden onafscheidelijk. Als iemand ons ooit had voorspeld dat hij zó groot zou worden, dat hij zo ongeveer de halve caravan in beslag nam, dan hadden wij hem echt voor maf verklaard. Wij met zo’n grote hond? Geen denken aan!     

Maar het gebeurde wel en we waren dol op elkaar. We hielden van elkaar, het was onvoorwaardelijke liefde, zonder enige twijfel. Wat hebben we veel plezier gehad van deze verschoppeling en je denkt niet graag aan een onvermijdelijk afscheid, maar als het goed is  weet je al jaren dat het komt.

Maar nu is het zo ver en dát is even heel wat anders dan een stellig voornemen om hem niet te laten lijden als hij oud en stram wordt. Dat ging altijd over later. Maar wanneer is ‘later’? Wanneer lijdt hij zo erg dat het echt niet meer gaat? Hij vertelt het ons niet, hij is dapper, verbijt zich, dat is hondjeseigen. Hij stapt nog braaf met ons mee, al valt hij regelmatig om, al zit zijn huid vol wonden van de ongelukjes door zijn wankele gang. 

In onze rubriek SpanjeVerhalen zijn meer verhalen van Barbara (en andere ingezonden verhalen) te lezen. KLIK HIER

Pijnstillers, ja dat is de oplossing! Zware jongens die hem versuffen en nog erger…. die zijn nieren en lever aantasten. Moeten we dat willen? Nee, we mogen niet egoïstisch zijn, maar owee …… 

We bedenken de aanpak: de dierenarts moet maar naar ons huis komen, Hier staat zijn eigen mand. Hij krijgt een lekker tartaartje….. hellep….. leuker kunnen we het niet maken…… Niets kunnen we doen, we kunnen er alleen maar zijn voor hem op dit moment. 

Als de dierenarts binnen komt, kwispelt Castill, haar blij tegemoet. “Hoi, daar komt die aardige mevrouw, gezellig!” Ik sta erbij en kijk ernaar. “Ga maar lekker in je mand liggen” fluister ik in zijn oor en gehoorzaam als hij is, stapt hij voor het laatst op zijn dekentje in de mand. Het spuitje wordt in gereedheid gebracht, er vloeit een traan over mijn wang. En dan is daar het moment dat mijn keel dicht knijpt: het spuitje wordt gezet. 

“Flink zijn” brult mijn binnenste. “Laat hem niet merken dat je huilt”. Natuurlijk merkt hij dat, hij likt mijn hand voor de laatste keer. “Vrouwtje, wat gebeurt er allemaal?” Maar vrouwtje is weg van de wereld, vrouwtje is kapot, vrouwtje aait hem, knuffelt hem voor het laatst. En dan legt hij zachtjes zijn kopje neer. “Daar gaat hij, mevrouw,” zegt de dierenarts. “Nu is hij weg!” fluistert ze nauwelijks hoorbaar.

Het is haar dagelijkse werk, maar ik weet me geen raad. “Is hij weg? Voorgoed? Nooit meer een kwispeltje? Nooit meer mijn Castilltje?” 

Nu is het over, maar hij zal ons hart bezet houden. Lieve Castill, je hebt het mooiste grafje gekregen van heel Spanje. Rust zacht. Het witmarmeren beeld van een hond die sprekend op jou lijkt, zit op je grafje en waakt over je.

Barbara van Wijk