Een nieuw rapport onthult dat in zes autonome regio’s van Spanje de schaduweconomie meer dan 16 procent van het bruto binnenlands product vertegenwoordigt. Vooral Andalusië en de Canarische Eilanden springen eruit, waar bijna 18 procent van alle economische activiteit zich buiten de officiële cijfers afspeelt.
Ook in Extremadura, Murcia, Castilla-La Mancha en de Balearen ligt de omvang van de zwarte economie boven de 16 procent. Dat betekent dat in deze regio’s een groot deel van het werk en inkomen niet wordt aangegeven bij de Belastingdienst, wat de schatkist jaarlijks miljarden euro’s kost.
In tegenstelling daarmee hebben regio’s als Madrid, Baskenland, Catalonië, Navarra en La Rioja lagere percentages, tussen de 13 en 15 procent. Toch benadrukken de onderzoekers dat zelfs in deze gebieden het probleem nog steeds aanzienlijk is en moeilijk volledig uit te roeien blijft.
De cijfers tonen aan dat de schaduweconomie in Spanje de afgelopen twintig jaar wel iets is gedaald, maar dat de vooruitgang stagneerde na de financiële crisis van 2008. Tijdens de pandemie steeg het aandeel opnieuw, vooral in toeristische regio’s zoals de Canarische Eilanden en de Balearen, waar tijdelijk werk en contante betalingen veel voorkomen.
De horeca blijft volgens het rapport de sector waar het meeste zwart wordt gewerkt. In 2024 werden meer dan 15.000 banen ontdekt die niet correct waren geregistreerd. Ook in de bouw en de landbouw blijft de informele arbeid hardnekkig bestaan.
De onderzoekers waarschuwen dat deze verborgen economie niet alleen zorgt voor verlies aan belastinginkomsten, maar ook voor oneerlijke concurrentie tussen bedrijven en slechtere arbeidsomstandigheden voor werknemers. Ze roepen de overheid op om strengere controles te voeren en meer bewustwording te creëren bij burgers en ondernemers.