MADRID – De afgelopen tien jaar is het aantal 65-plussers met 21% gestegen waarbij het aantal ouderen sinds 2017 de minderjarigen in het land voorbij is gestreefd. In 2008 leefden er in Spanje 7,5 miljoen 65-plussers maar dat aantal is in 2018 gestegen naar 9,1 miljoen ouderen (+65 jaar). Op 1 januari 2019 leefden er 7,8 miljoen minderjarigen (-18 jaar) in Spanje.
Volgens gegevens van het Spaanse Bureau voor de Statistieken (INE) zijn er van de 50 provincies slechts 15 die meer minderjarigen (-18 jaar) in het bevolkingsregister hebben staan dan 65-plussers.
Het gaat daarbij om Madrid, Sevilla, Murcia, Cádiz, Almería, Málaga, Balearen, Las Palmas (Gran Canaria), Toledo, Huelva, Gerona, Granada, Barcelona, Guadalajara en Tarragona.
Over het algemeen kan aangenomen worden dat de grootste verschillen tussen minderjarigen en ouderen te vinden zijn in het noorden en noordwesten van Spanje in de autonome regio’s Galicië, Asturië, Cantabrië en Castilla y León.
In Ourense (Galicië) bijvoorbeeld is 31% van de inwoners ouder dan 65 jaar, 56% tussen 18 en 65 jaar en 12,6% jonger dan 18 jaar. Aan de andere kant van de balans staat Las Palmas (Gran Canaria) waar 15,2% ouder is dan 65 jaar, 67,1% tussen 18 en 65 jaar oud is en 17,8% jonger dan 18 jaar.