Spanje is dit jaar opnieuw de snelst groeiende economie van Europa, met een verwachte groei van 3,2 % in 2025, ruim boven het gemiddelde van de eurozone van circa 1 %. Zo blijft het Spanje steeds meer opvallen als groeikampioen binnen de Europese Unie. Daarnaast wist het land haar staatsschuld te verlagen.
De dienstensector speelt hierbij een hoofdrol. Vooral vastgoed en de snelgroeiende IT-sector dragen sinds de pandemie drie procent extra bij aan het bbp, meer dan in de rest van Europa. Zo weet Spanje toeristisch succes slim te combineren met moderne en innovatieve bedrijven.
Spanje heeft minder last van internationale spanningen. Het land exporteert minder naar de VS dan het Europese gemiddelde en de producten hebben weinig concurrentie uit China. Daardoor is het land minder kwetsbaar voor handelsruzies en extra invoerheffingen.
Migratie voegt nog een positieve factor toe. Spanje ontvangt in verhouding meer hoogopgeleide immigranten dan veel andere grote EU-landen. Zij versterken de consumptie en productiviteit, wat een belangrijke impuls geeft aan de economie.
Ook op begrotingsgebied is er goed nieuws. Door politieke verdeeldheid worden EU-fondsen soms trager gebruikt, maar dat houdt het tekort voorlopig beter in toom. Daarnaast komen er extra defensie-uitgaven die de economie een extra duw geven. Daarom verwacht Goldman Sachs nu 1,9 % groei in 2026 en 1,7 % in 2027.
Ook de schuldratio van Spanje gaat omlaag. Eind juni stond de staatsschuld op 103,4 % van het bbp, tegen 105,3 % een jaar eerder. De regering wil eind 2025 uitkomen op 101,7 %. Dat is nog steeds hoog binnen de EU, maar de dalende lijn geeft een duidelijk positief signaal.
Alles bij elkaar staat Spanje er dit jaar sterker voor dan ooit: groei dankzij een sterke dienstensector, migratie, slim begrotingsbeleid en een dalende schuldratio. De vraag blijft: kan Spanje dit tempo de komende jaren vasthouden?
