Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat huisdieren die met het vliegtuig reizen, juridisch gezien als bagage worden beschouwd. Deze uitspraak kwam er na een zaak over een hond die tijdens een vlucht van Iberia van Buenos Aires naar Barcelona was verdwenen. De eigenares eiste 5.000 euro schadevergoeding voor het verlies van haar huisdier, maar de luchtvaartmaatschappij weigerde dat bedrag te betalen.
Volgens de Europese rechter valt het vervoer van een dier onder dezelfde regels als die van persoonlijke bagage. Dat betekent dat de luchtvaartmaatschappij enkel aansprakelijk is tot een bepaald maximum, zoals vastgelegd in het Verdrag van Montreal, dat schadevergoedingen bij luchtvervoer regelt. Morele schade of emotioneel verlies vallen daar niet onder, tenzij de eigenaar vooraf een bijzondere waarde voor het dier heeft opgegeven en extra kosten heeft betaald.
Het Hof benadrukte dat luchtvaartmaatschappijen niet verantwoordelijk zijn voor het persoonlijke of emotionele belang dat passagiers hechten aan hun bezittingen, ook niet als het om een levend dier gaat. Alleen wanneer de eigenaar vooraf duidelijk aangeeft dat het dier een speciale waarde vertegenwoordigt, kan er sprake zijn van een hogere vergoeding bij verlies of schade.
De zaak maakt duidelijk dat reizigers goed moeten nadenken over hoe ze hun huisdier vervoeren. In de meeste gevallen worden kleine dieren in de cabine toegelaten, maar grotere dieren reizen vaak in de bagageruimte, waar het risico op verlies of letsel groter is.
Luchtvaartmaatschappijen adviseren daarom om bij het inchecken altijd te informeren naar de voorwaarden, eventuele verzekeringen en de mogelijkheid om een waardeaangifte te doen. Zo kunnen nare verrassingen worden voorkomen.
Hoewel de uitspraak juridisch logisch is, zorgt ze bij veel dierenliefhebbers voor verontwaardiging. Voor hen is een huisdier geen object, maar een volwaardig gezinslid. Toch beschouwt de wet het voorlopig nog als een stuk bagage met een geldwaarde, niet met emotionele betekenis.
