In de eerste zes maanden van dit jaar, zijn in Spanje ongeveer 26 000 hectare natuur verbrand, volgens het Europees Bosbranden Informatie Systeem (EFFIS). Dat is meer dan de 20 500 hectare waar het Spaanse ministerie van Milieu (Miteco) op 6 juli over rapporteerde. In juni leek het iets rustiger, maar juli is tot nu toe de maand met de meeste branden: zo’n 10.000 hectare ging in vlammen op.
In juni stond er minder natuur in brand dan normaal voor die tijd van het jaar, zelfs al was het een van de warmste junimaanden ooit. Maar in juli ging het flink mis: dat is tot nu toe de ergste maand van het jaar. Vooral in de provincie Lleida was het raak, waar ongeveer 6.100 hectare in vlammen opging.
Begin juli eisten twee grote branden het leven van mensen. In Torrefeta i Florejacs (Lleida) kwamen twee mensen om het leven, bij een brand op agrarisch terrein van meer dan 5.200 hectare. Even later vond een brand in Paüls (Tarragona) plaats, waarbij niet alleen 2.650 hectare natuur werd verwoest, maar ook een boswachter omkwam.
Eerdere grote branden dit jaar waren in februari in Selaya (Cantabrië) met ongeveer 1.400 hectare, en in mei in Benahadux (Almería) met circa 1 300 hectare. In juni volgden drie grote branden: Burguillos bij Sevilla (meer dan 1.300 ha), en in Extremadura twee vuren bij Alcollarín en Cáceres (926 ha en 748 ha).
Deze incidenten voegen zich bij de ongeveer 285 grote branden sinds 2001, die elk minstens 500 hectare omvatten. Vorig jaar waren er 20 van zulke branden in Spanje. In 2024 bedroeg het totale verbrandde bosoppervlak meer dan 47.000 hectare, een daling van 46 % ten opzichte van 2023.
In de EU zijn tot nu toe circa 246.200 hectare bosland aangetast, met juni als uitschieter met 208.700 ha – ruim 110 % boven de normale waarden. Landen als Slowakije en Duitsland zien uitzonderlijke stijgingen, terwijl Spanje in 2022 het zwaarst getroffen werd, en in 2023 vooral Griekenland en Italië.