Slechts acht procent werkt regelmatig thuis in Spanje

Slechts acht procent werkt regelmatig thuis in Spanje
beeld: via canva.com
Let op: Dit bericht is meer dan zes maanden oud. Informatie hierin kan verouderd zijn.

Tijdens de pandemie klonk het zo mooi, het aantal thuiswerkers (in het Spaans: teletrabajadores) in Spanje steeg enorm en dat zou zo moeten blijven met een nieuwe thuiswerkwet. Drie jaar later is Spanje echter een van de landen in de Europese Unie waar het minst thuisgewerkt wordt. Slechts 8% van de Spanjaarden werkt regelmatig thuis, terwijl het gemiddelde in de EU 10% is. 

De top van de lijst wordt gedomineerd door Ierland, waar een kwart (25%) van de mensen thuis werkt. Andere landen met een hoog percentage thuiswerkers zijn Finland (23%), Zweden (18%) en Nederland (18%). Aan de andere kant van de lijst staan Roemenië (1%), Bulgarije (2%), Hongarije en Griekenland (beide 3%), volgens de cijfers van Eurostat.

In Spanje werkte in het tweede kwartaal van dit jaar (2023) 7,3% van de werkenden meer dan de helft van de dagen thuis. Dit zijn in absolute termen 1.527.800 mensen. Daarnaast werkte 6,6% van de werkenden af en toe thuis, wat neerkomt op 1.381.200 mensen.

Volgens de website Infojobs werkt 22% van de werknemers in Spanje thuis, inclusief volledig thuiswerken en hybride formaten. De website stelt ook vast dat een op de vijf vacatures die dit jaar op het platform zijn geregistreerd, de mogelijkheid biedt om thuis te werken. Dit aantal is echter met 15,5% gedaald vergeleken met vorig jaar.

Thuiswerkers in Spanje zijn over het algemeen jonge, hoogopgeleide professionals die in grote steden wonen. Ze verdienen meer dan het gemiddelde loon en werken vaak in de sector informatietechnologie en telecommunicatie.