Tijdens de Semana Santa van 2025 trotseerden veel pelgrims op weg naar Santiago de Compostela alle vier de seizoenen in één week. Van zonneschijn en regen tot hagel en sneeuw, de weersomstandigheden waren onvoorspelbaar. Toch lieten de pelgrims zich niet ontmoedigen en zetten ze hun tocht voort, gedreven door vakantie, spirituele motieven of de wens om het pad in een rustiger periode te bewandelen.
Pelgrims kwamen uit diverse hoeken van de wereld, waaronder Tarragona, Barcelona, Talavera de la Reina, Sevilla, Ierland, Costa Rica en Brazilië. Hoewel het aantal pelgrims in de eerste maanden van het jaar iets was gedaald, zorgde de Semana Santa voor een aanzienlijke toename. Op Goede Vrijdag werden er maar liefst 3785 compostela’s uitgereikt.
De pelgrims deelden hun ervaringen over het onvoorspelbare weer. Een Ierse pelgrim beschreef het als een “mix” van vijf seconden zon, gevolgd door vijf seconden harde wind en daarna regen. Een andere pelgrim voegde toe dat ze zelfs hagel hadden meegemaakt. Ondanks de uitdagingen, zoals blaren en pijnlijke knieën, bleef de vreugde bij aankomst in Santiago overheersen.
Een bijzonder moment was de aankomst van de jongste pelgrim, een baby van tien maanden oud. Haar moeder vertelde dat ze oorspronkelijk van plan was de tocht alleen te maken, maar besloot haar dochter mee te nemen. Ze waren trots om samen voor de kathedraal te staan.
De aankomst op de Praza do Obradoiro bracht bij velen emotie teweeg. Ongeacht de fysieke ongemakken, beschouwden de pelgrims de ervaring als onvergetelijk. Velen gaven aan de tocht opnieuw te willen maken, zodra de herinnering aan de pijn vervaagd is. Twee zussen uit Tarragona vertelden dat ze de tocht opnieuw willen maken met hun derde zus, om de ervaring samen te delen.
De Galicische uitdrukking “E, se chove, que chova!” (“En als het regent, laat het dan regenen!”) vat de houding van de pelgrims goed samen: acceptatie van de omstandigheden en vastberadenheid om het doel te bereiken.