In 2022 werden volgens het Cybercriminaliteit Rapport 2022 in Spanje 374.737 cyberdelicten geregistreerd, een stijging van 22% vergeleken met het jaar ervoor. Negen van de tien cyberdelicten waren oplichtingspraktijken, die met een kwart toenamen. Dit is een duidelijke trend, want in 2018 vormden cyberdelicten nog 7,5% van alle criminaliteit in Spanje, maar in 2022 was dit al 16%. Verwacht wordt dat dit percentage in 2023 opnieuw is gestegen.
Cybercriminaliteit (Spaans: ciberdelitos) is het gebruik van computernetwerken om strafbare feiten te plegen. Dit kan variëren van het stelen van persoonlijke informatie tot het verspreiden van malware. Cybercriminaliteit is een groeiend probleem, aangezien steeds meer mensen en bedrijven online zijn.
Bedreigingen en intimidaties via internet waren de minst voorkomende cyberdelicten in 2022. Er werden 15.982 gevallen geregistreerd, een daling vergeleken met het jaar ervoor. Ook daalden de delicten tegen de eer, de industriële en intellectuele eigendom en de inmenging in gegevens en systemen.
In 2022 werden infrastructuursystemen in Spanje 546 keer aangevallen, een daling van bijna 20% vergeleken met het jaar ervoor. De meest voorkomende aanvalsvormen waren aanvallen op systemen, gevolgd door diefstal van informatie en fraude, inbraken en het gebruik van malware.
Het rapport stelt dat de meeste cybercriminelen mannen tussen de 26 en 40 jaar oud zijn en van Spaanse nationaliteit. In totaal werden 15.097 personen gearresteerd of onderzocht, een stijging van bijna 10% vergeleken met 2021.
In september werden de meeste cyberdelicten in Spanje geregistreerd. Catalonië en Madrid waren de regio’s met de meeste aangiften, met meer dan 63.000 feiten in beide gevallen. Andalusië volgde met 56.900 overtredingen, en de Valencia regio met 34.000.